Visverwerking in het bedrijf van de firma Kalkman, circa 1980.
Manden met vis lossen van de HD 12 Hermina Vil in 1961.
Links aan de lier Jan Post en zijn echtgenote, rechts Rein de Boer.
Visvervoer naar de afslag in 1961. Achter de kar met muts)
Schoolderman en daarachter (met pet) Jan de Boer.
De visverkoper Cornelis Gijsbertus Jacobsz (1908-1972). Een
deel van de vangst werd in de stad verhandeld
(foto: collectie H. Jacobsz).
eigenlijk hulpeloos kleine houten
scheepjes die vaak nog 'op 't zeiltje'
buitengaats gingen. De vis werd nog
in manden tegen de havendijk op
gesjouwd richting visafslag. Vandaar
ging het voor een groot deel per
handkar of met paard en wagen naar
diverse visverwerkende bedrijven
in de Visbuurt. Met name achter' in
de Visstraat en in de hoek tegen de
Ruyghweg waren allerlei visrokerijen,
zouterijen, zuur inleggerijen, ja zelfs
drogerijen voor platvis. De moeder
van m'n ome Freek Wezelman, tante
Baaf, was hertrouwd met Piet Bijl, een
befaamd visroker. Zodoende kwam ik
daar nog wel eens.
Maar ik herinner me toch ook Zwa
german en Kolster nog met hun roke
rijen aan de Ruyghweg en Wijker en
Kraan in de Visstraat. Er waren er nog
veel meer, vaak kleine bedrijven van
twee of drie mensen. Het visroken is
me het meest bijgebleven. Eerst het
schoonmaken van de vis, vaak poon
en makreel. Dan in de pekel, vervol
gens het drogen van de aan ijzeren
pennen gestoken vis en tenslotte het
roken. Een secuur werkje, ja een vak
apart. En dan moest de vis ook nog in
kistjes verpakt worden, vooral als de
vis helemaal naar Amsterdam moest.
Gedroogde vis ging meestal in mand
jes, vis in 't zuur in glazen potten. Een
deel van de vis werd echter gewoon in
de stad verhandeld. Door visventers
41