De visverkoper Hendrik Pieter Jacobsz (1915-1994) in de Stakman Bossestraat prijst zijn waren aan met de welluidende roep: "twee makrelen voor één gulden". Ook twee Urker vrouwen komen daar op af (foto: collectie H. Jacobsz). Het Urker echtpaar Jan Brouwer en Hendrikje Jans Post uit de Brouwerstraat. Vermoedelijk in 1965, bij het huwelijk van hun kleinzoon Jan. Hendrikje handelde in Urker kleding. Die kocht ze voor liefhebbers in Den Helder bij een winkel op Urk, waarna de kleding via de post werd verstuurd. Hendrikje was een van de laatsten die in Den Helder de Urker klederdracht droeg (foto: collectie A. Taal). kwam broeder Slot van het podium af en liep mét de zondaar naar achteren om daar door een deur te verdwijnen Dat was wel jammer, want dan kon je niet zien wat er verder gebeurde. Gelukkig ging de muziek weer spe len en schalde er weer een lied, een krijgslied, een overwinningslied door de zaal. En als je dan weer buiten kwam scheen de zon en alles in je zong Urker vissers, vroom en gastvrij In de vooroorlogse Visbuurt liepen nog heel wat bewoners in kleder dracht. Urker klederdracht, wel te verstaan. 'Schippers en knechten lopen meestal niet verder dan van boord naar huis en van huis naar boord. Langs de Spoorgracht en Bas singracht zie je ze gemoedelijk kui eren, met de handen op de rug, het pijpje in de mond of met een pruim achter de kiezen. Je vindt ze op de Binnen- en Buitenhaven, op de Nieu we Brug (Ankerpark) en je ontmoet ze in de omgeving van hun woning. Zondags trekken ze wel eens onze aandacht als zij zich langs de straten en grachten van ons stadje vertonen: prachtige broek van dofzwarte wol, royaal breed en wijd geplooid en nauw uitlopend onder de knie, met een glans van rijkdom, met twee van je zuiverste rijksdaalders afgezet, een fluweel mooi wambuis over de ge kleurde borstrok met lintjes afgezet, aan de schouders gesloten en twee dof gouden knopen onder de kin, een halsdoek als sieraad los gestrikt en op de fiere kop een ruige muts. Het typische costuum door tanige, gebogen vissers zoveel mogelijk in ere gehouden.Aldus een verslag gever van de Helderse krant in enkele plechtstatige vooroorlogse volzin nen. Eerlijk gezegd, zó fraai als hier beschreven herinner ik me eigenlijk alleen van een trouwerij in de Reho- bothkerk. Merkwaardig genoeg gaf de verslaggever geen beschrijving van het kostuum van de vrouwen, terwijl die toch in mijn geheugen méér het straatbeeld bepaalden in de Visbuurt. Die waren niet alleen meer thuis dan de mannen - die immers vaak op zee waren? - maar doorgaans ook meer trouw aan hun Urker dracht. Waarschijnlijk zat de verslaggever, op bezoek bij een gezin dat door een scheepsramp getroffen was, er nogal mee dat de Urkers - uiteindelijk mi granten in de stad aan het Marsdiep - niet zo populair waren. Want hij veronderstelt om te beginnen 'ik wed dat honderden Nieuwediepers daar (in de doolhofjes van de Visbuurt) nooit komen.' En dat terwijl het nog wel zulke aardige mensen zijn. Het is er warm en gezellig in de kleine huis- Jan Brouwer, die ongeveer 60 jaar visserman is geweest, toont zijn vangst (foto: collectie A. Taal). 38

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 40