visdrogerij en een zouterij in gebruik
waren bij fort Oostoever. Pas vanaf
de jaren 1900 stonden er rokerijen
in de omgeving van de Visstraat en
Ruyghweg op het gebied dat werd
aangeduid als de 'Visdrogerij' en
dat was omheind met schuttingen.
Het houtmot (zaagsel) om te roken
kwam onder andere van de Rijkswerf.
De werfdirectie hield jaarlijks een
aanbesteding voor het weghalen van
houtmot en krullen uit het 'mothok'
bij Dokl voor de hoogste inschrijver.
Bekende rokerijen in die tijd waren
van J. Zwagerman, P. Bijl en de gebr.
Kraan. De gebr. Kraan hadden voor
dien een rokerij aan de Javastraat na
bij het Timorpark, genaamd 'de grote
rokerij'. In 1922 verhuisde het bedrijf
op verzoek van B&W naar Visstraat
nummer 59 om huizenbouw aan
de Javastraat mogelijk te maken. En
omdat J. Zwagerman bereid was een
deel van zijn rokerij aan de gemeente
te verkopen kon de gemeente de gebr.
Kraan een locatie aan de Visstraat
aanbieden. De gebr. Kraan hadden
een viswinkel op het adres Spoor
straat 64 en later op nummer 42. Op
het terrein van de 'Visdrogerij' be
vond zich verder de rokerij van P. Bijl
op het adres Visstraat 15. Bijl had ook
een viswinkel in de Spoorstraat. Ook
achter de woningen in de Visstraat
op nummer 69, 85 en 88 stonden
rokerijen, drogerijen en pakhuizen.
De viswinkel van Zwagerman stond
aan de Keizerstraat, later bekend als
Beatrixstraat 76, in het pand waar tot
voor een aantal jaren geleden vishan
del Jan Gerssen was gevestigd
De rokerijen zorgden ook voor over
last. Zelfs de gemeentelijke Huisves
ting Commissie bemoeide zich er
mee. De Commissie was namelijk van
oordeel, dat voor visrokerijen geen
plaats was in de bebouwde kom van
de gemeente. En de Helderse Cou
rant plaatste regelmatig ingezonden
brieven over dit onderwerp, zoals:
"Als bewoner van de Ruyghweg erger
ik mij iedere dag aan de verschrik
kelijke rookwolken en de stank, die
verspreid wordt door de visrokerijen
en drogerijen. Mijn huis staat bijna
iedere dag geheel vol met scherpe
rook, welke overal doordringt, al
houdt men de deuren en ramen nog
zo gesloten. Het is op die manier hier
ongezond wonen. Ik heb mij al eens
afgevraagd of dit nog lang zo zal blij
ven voortduren. Maar deze toestand
is onhoudbaar. Ik zou willen vragen,
heeft het gemeentebestuur zich al van
die toestand op de hoogte gesteld?
En welke maatregelen zijn reeds ge
nomen of zullen genomen worden?".
Maar de overlast kwam niet alleen
van de rokerijen, een aantal onderne
mingen vormde met elkaar een heus
industriegebiedje rond de Visstraat.
Want op de hoek met de Bassingracht
bevond zich de verffabriek van A. F.
de Wit met lakstokerij, aan de Bin
nenhaven stond een garnalendrogerij,
goed voor 1000 manden per etmaal,
en het storthuis van de gemeenterei
niging bevond zich op loopafstand
aan de Bassingracht op de hoek met
de Ruyghweg.
Een bekende Nieuwedieper naam in
de vishandel in de jaren 1920 was de
Sardienvisserij in de haven, op de achtergrond de bebouwing van het KIM en het
Paleis. De schepen varen in span met een visnet dat ze tussen zich in door de haven
slepen.
Het roken van ponen in de rokerij van Zwagerman, met links Riekel de Vries en
rechts Hannes Brederode.
:8