trap die, als er boven werd gewerkt, werd opgehaald. Koffie of andere za ken werden naar boven gehaald met een originele putschep. Op zekere nacht werd er ingebroken, waarbij de dieven zich, via de stal van groen teboer Bel in de Visstraat (waar zij paardendekens meenamen tegen het geluid), toegang verschaften tot het pand. Na deze inbraak ging de slogan rond: 'Theo laat ze tikken, Theo laat ze pikken, Theo laat ze stikken. Waar dat laatste precies op slaat weet ik niet meer. Mogelijk dat Theo de klanten van wie reparatiegoederen gestolen waren geen (financiële) genoegdoe ning heeft gegeven.' Bezoek van familie was in mijn jeugd een bijzondere gebeurtenis. Daarom is een leuk voorval het bezoek van mijn oom Daan. Hij was schipper op de binnenvaart en voer met de m.s. Jan door Nederland. Op een dag (ik was een jaar of acht) vertelden mijn ouders dat hij in Den Helder zou komen om kolen te brengen bij de Gasfabriek. Toen ik die dag uit school kwam mocht ik bij hem langs. Het schip lag in het Helders kanaal tussen de brug over de Fabrieksgracht en de Keizersbrug, tegenover de groente zaak van Van Os. Na een eerste ken nismaking kwam mijn oom met een pakje de stuurhut binnen. Hij vroeg mij om te raden 'wie naar wie' was vernoemd en als het antwoord goed was kreeg ik het cadeau. Prompt zei ik: "U naar mij". Fout, natuurlijk. Ui- - teraard kreeg ik mijn cadeau wel en kon ik het uitpakken. Dagelijks nog word ik aan dit voorval herinnerd, omdat er een zilveren vork en lepel in zaten die ik nu al meer dan 60 jaar gebruik. Daan Bok

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 25