de "verlengde Reigerstraat" als tracee
voor deze verkeersweg. De Visbuurt
had zich daar fel tegen gekant. In het
laatste geval stond het eindresultaat
al bij voorbaat vast: dwars door de
buurt, vanaf de Reigerstraat tot aan
de hoek Weststraat/Zuidstraat, zou
sprake zijn van stille sanering, met
andere woorden: van sloop. En dat
op een plek waar goede woningen
stonden! De kans dat op de locatie
van de oude gasfabriek ooit nog eens
nieuwbouw zou worden gerealiseerd,
zou daarmee verkeken zijn.
Het uitschakelen van de dreiging
van de "verlengde Reigerstraat" als
stadsautoweg en het blokkeren van
de afbraakplannen van de gemeente
waren de hoofddoelen van de Belan
genvereniging.
Bij de nadere uitwerking van het
Bestemmingsplan was trouwens ge
bleken, dat het grootste deel van het
plangebied in aanmerking kwam voor
verbetering of rehabilitatie. Alleen
met het oog op de leefbaarheid in
de wijk moest hier en daar een pand
moeten worden gesloopt.
Eind 1972 stonden in de Visbuurt
ongeveer 1200 panden, waarvan 975
bewoonde huizen. Daarin waren on
geveer 2700 mensen gehuisvest. Ver
geleken met de rest van de stad was
het eigen woningbezit in de Visbuurt
zeer sterk vertegenwoordigd.10
Het Bestemmingsplan Visbuurt
1974. Doelstellingen
Op 1 december 1973 was het ontwerp
Bestemmingsplan Visbuurt gereed.
Het werd op 12 mei 1974 door de
gemeenteraad vastgesteld. Precies een
maand later wees de raad de hele wijk
aan als rehabilitatiegebied.
De primaire doelstelling van het plan
was handhaving van de bestaande
woonstructuur en verbetering van de
woonkwaliteit.
De eigenaars van aan bewoning ont
trokken panden moesten worden
aangespoord deze weer in gebruik
te nemen of te geven.
Woningen die daar kwalitatief ge
schikt voor waren moesten worden
gerehabiliteerd of verbeterd.
Bedrijven, vooral kleinere die het
karakter van de wijk mede bepaalden,
mochten blijven als de verkeersont-
sluiting dat toeliet.
Grotere bedrijven mochten dat alleen,
mits ze het woonkarakter van de wijk
niet aantastten.
In de wijk moest zo weinig mogelijk
verkeer worden toegestaan, doorgaand
verkeer in elk geval worden geweerd.
Naast een zeer beperkt aantal ontslui
tingswegen voor het autoverkeer zou
den goede doorgaande wandelwegen
een wezenlijk element in de verkeers-
structuur gaan vormen.
Wonen moest zoveel mogelijk plaats
vinden aan woonpaden, waar de auto
niet of slechts beperkt zou worden
toegelaten.
Om toch ruimte te maken voor de
auto zouden buiten de wegen, voor
namelijk op binnenterreinen, par
keerplaatsen worden aangelegd.
In de wijk moest ontspanning voor
kleine kinderen en buurtontspanning
mogelijk zijn.
Activiteiten op het gebied van ont
spanning, sport en cultuur die meer
ruimte behoefden, konden zich bui
ten de wijk afspelen.11
Nico H. Andriessen. Belangenver
eniging wordt Stichting
In de Visbuurt moest een berg werk
worden verzet, ook door de bewoners
zelf. De verpaupering moest een halt
worden toegeroepen en de huizen
moesten van binnen, maar vooral ook
van buiten worden opgeknapt. Dat
laatste beslist niet door alle voorgevels
rechtop te trekken. In dat geval kon
de buurt net zo goed worden gesloopt
en plaats maken voor uniforme, saaie
nieuwbouw. Neen, opknappen en het
historisch gegroeide en unieke behou
den en versterken was het parool.
Architect Nico H. Andriessen be
greep dat en kon dat proces in goede
banen leiden, aldus Minneboo en
Vermooten in De Visbuurt in Den
Helder (1810-2010).
Op 23 maart 1973 werd in de Vis-
straat het Bouwbureau van Nico H.
Andriessen geopend.
Op 10 september 1973 stemde de
ledenvergadering van de Belangen
vereniging Visbuurt in met het besluit
verder te gaan als de Stichting Vis-
buurtbelangen. Ondanks de stich
tingsvorm was het een democratisch
opererende instelling. Nu kon men
zelf gaan bouwen.
In november 1973 kwamen Ger
Dekker en Piotr van Oorschot, twee
jonge beeldende kunstenaars, bij de
'aankleding' van de Visbuurt helpen.
Deze twee 'omgevingskunstenaars'
waren verantwoordelijk voor het zo
genoemde "Project Visbuurt". Zij trok
ken in bij Andriessen.12
Jan Schaefer in de Visbuurt. Het
"Dertig Krottenplan"
Een aantal bestuursleden van de
stichting had al in 1973 kennis ge
maakt met Jan Schaefer, staatssecreta
ris van Volkshuisvesting. Op 28 maart
1974 bracht hij een bezoek aan Den
Helder en de Visbuurt, een uitgelezen
moment om zaken met hem te doen.
Hij erkende de gehele Visbuurt als
rehabilitatiegebied, wat impliceerde
dat de rijksoverheid een kwart van
de verbeteringskosten voor haar re
kening zou nemen. Bovendien zou
er 1.500 gulden per gerehabiliteerde
woning worden gereserveerd voor de
woonomgeving.
Op 21 mei 1975 werd al dat geld for
meel door de staatssecretaris aan de
Visbuurt toegekend.
Nu werd er vaart achter de zaak gezet.
In de Visbuurt stond in het begin van
de zeventiger jaren een dertigtal on
bewoonde, meestal dichtgetimmerde,
zeer slechte woningen die door de
gemeente als pakhuisje, garage of iets
dergelijks waren verhuurd.
Na de vaststelling van het Bestem
mingsplan Visbuurt kregen deze
pandjes hun oorspronkelijke woonbe
stemming terug.
De stichting nam het initiatief deze
rotte plekken te laten renoveren. Op
15