Een schipbreukeling in Nieuwediep Behoud In december 2006 bepaalde de gemeenteraad dat er binnen drie maanden een koper moest worden gevonden. Het duurde echter nog tot 2008 voor Woningstichting Den Hel der eigenaar van de oude Zeevaart school werd en plannen kon maken tot restauratie en rehabilitatie van het gebouw aan het Ankerpark. Woning stichting liet er geen gras over groeien en op 30 juni 2008 diende zij een schitterend restauratieplan in, waar helaas door de Gemeente Den Helder tot op de dag van vandaag niets mee is gedaan. Naar aanleiding van de algemene vergadering van 18 april 2009 is de Vereniging van Reünisten momenteel in beroep bij de sector bestuursrecht van de rechtbank Alkmaar tegen het niet, dan wel onjuist, handelen van het college van B&W van Den Helder. Saskia Cordewener-Pronk Het ontwerp voor de restauratie van het gebouw. Een van de vele vertragende obstakels is, dat de aanbouw binnen 30 meter van het talud van het dijklichaam valt en dat mag niet volgens de regels van het Hoogheemraadschap. "Is dat nu zo bijzonder?", zult u bij het lezen van de titel van dit artikel wel licht denken. Schipbreukelingen zijn er immers zoveel geweest in Nieu wediep. Onze reddingsboten hebben er de afgelopen 2 eeuwen honderden, misschien wel meer dan duizend bin nen gebracht in onze haven. Het zijn de bemanningen geweest van de sche pen die op de haaksgronden 'verzeild' waren geraakt. De schipbreukeling waar dit verhaal over gaat is er echter één die in de buurt van de Azoren werd opgepikt en pas in Nieuwediep veilig aan land werd gezet. Het is het verhaal van kapitein John Casey van de bark Jane Lowden uit Padstow, Cornwall. De Jane Lowden was in het najaar van 1865 vanuit Quebec met een lading hout vertrokken. Op 22 december van dat jaar had zij de 47e noorder- breedte- en de 37e westerlengtegraad bereikt. Het was de hele dag al een sombere donkere dag met veel wind, welke in de middag orkaankracht bereikte. Zeewater begon binnen te dringen en de bemanning moest aan de pompen. Dat ging de hele nacht door en pas in de morgen van de volgende dag begon de orkaan af te nemen, hoewel de zee hol bleef staan. Zeewater bleef binnendringen. Er stond al ruim 5 voet (ruim 1,50 m.) water in het ruim. In de middag ruimde de wind van het zuidwesten naar het noordwesten. Een plotselinge hoge zee aan stuur boordzijde veegde het dek compleet schoon. Ook de sloep verdween over boord. De bark was inmiddels zo diep komen te liggen dat de zeventienkop- pige bemanning tegen de avond haar toevlucht moest zoeken in de grote mars om daar de volgende morgen af te wachten. De volgende dag, toen de storm enigszins afnam, werd zoveel mogelijk proviand naar de mars ge bracht. Drinkwater was er niet meer. Alle vaten waren overboord geslagen. In de middag wakkerde de wind weer aan en de bemanning moest opnieuw haar toevlucht zoeken in de mars. Er was voor de gehele bemanning maar net genoeg ruimte. Tegen zes uur 's avonds wierp een zware stormvlaag het schip op haar bakboordzijde, waarbij de masten tot onder water kwamen te liggen. Dekhut, kajuit, achterdek en verschansing werden geheel weggeslagen. De hele beman ning werd van de mars in zee geslin gerd, evenals alle provisie. Negen bemanningsleden verdwenen meteen in de diepte. De overige acht konden zich vast klampen aan de tuigage en na enige tijd op de zijkant klauteren, waar ze zich met touwwerk zo goed mogelijk vastbonden. Intussen rolde de zee over het wrak en sleurde mas ten, tuigage en zeilen mee. Er bleef niet veel meer over dan een zwaar ge havende romp met de drie ondermas ten en van de grote mast nog de mars en de steng. Na een paar uur begon de wind af te nemen en richtte het schip zich wonderwel weer op. De overge bleven acht bemanningsleden konden weer op de grote mars klauteren. In de namiddag van de 25e december stak een nieuwe orkaan op, het schip kwam weer op haar bakboordzijde te liggen. De romp dreigde nu geheel uit elkaar geslagen te worden, achter- spiegel en roer werden weggeslagen. Een deel van de lading spoelde uit de romp. In de nacht van 25 op 26 december ging de storm enigszins liggen en richtte het schip zich voor de tweede maal op. Het wrak bleef daarna min of meer op de lading hout drijven. 135

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 9