RAZENDE BOL
HANDEN AF VAN DE
De Razende Bol
De zich ten westen van Den Helder
bevindende zandplaat heet officieel
Noorderhaaks maar wordt door Nieu-
wediepers aangeduid als Razende
Bol en als je op de dijk je vrienden
ontmoet en je hebt het over de Bol
dan weet iedereen waar je het over
hebt. Ongerepte natuur, water en
zand zover als je kijken kunt. Wat is
er mooier dan op deze zandvlakte
garnalen te vangen en ze dan op een
"fikkie" te koken? De enige tekenen
van de 'beschaving' bestaan uit een
paar aangespoelde flessen en soms zit
er een briefje in. Veel vletten liggen
afgemeerd aan door de gemeente Den
Helder verhuurde steigers in het Hel
ders kanaal bijv. aan de Keizersgracht,
vlak achter (heel vroeger) ijzerhandel
Govers. Als je naar buiten wil vaar je
eerst via Spoorgracht en Bassingracht
naar de Koopvaardersschutsluis. De
oude sluis, die nu door het straalbe-
drijf van Teerenstra in gebruik is, was
eigenlijk veel gezelliger, daar werden
op zondagmiddag, op weg naar huis
de recepten uitgewisseld en sterke
verhalen verteld. Eerst nog een stukje
onder de dijk langs en dan vanaf de
vlettenhelling recht op de Bol af en
houd de geel zwarte kardinaalboei
goed in het oog. De sterke stroming
bij Kaap Hoofd moet zo veel mogelijk
vermeden worden, want daar kan
het nog wel eens behoorlijk te keer
gaan. Eigenlijk behoort de Bol tot het
grondgebied van de gemeente Texel
maar, veel maritiem georiënteerde in
woners van Den Helder beschouwen
het toch als hun eigen Bol. Het is zelfs
voorgekomen dat een Helderse vis
ser zijn bruiloft vierde op de Razende
Bol. Alle spijzen en dranken (vooral
veel bier) werden eerst per kotter aan
gevoerd, waarna ze vlak voor de wa
terlijn werden overgeladen in kleine
rubberboten of vletten. Er staat maar
weinig water vlak voor de Bol en bij
het aan land gaan dient er wel op ge
let te worden dat, wanneer de eb gaat
lopen, er vlak voor de kustlijn een
vrij hoge zandrug te voorschijn komt.
Indien de vlet waarmee je naar de Bol
bent gevaren, achter deze zandrug
komt te liggen kun je met man en
macht proberen hem alsnog over het
zand heen te trekken, maar als dat
niet lukt moet je gewoon wachten op
hoog water en is het maar te hopen,
dat je je mobieltje bij je hebt om de
thuisblijvers te vertellen dat het wel
eens laat kan worden voordat je weer
terug bent.
Vanaf de marinekazerne Erfprins
werden en worden er nog steeds
schietoefeningen gehouden waarbij
de Bol in het schootsveld ligt. Het
kwam wel voor dat de schietoefenin
gen gestaakt moesten worden omdat
een of andere eigenwijze Nieuwedie-
per onder weg was naar de Bol. Dit
was de marineautoriteiten een doorn
in het oog en er verschenen dan ook
grote borden waarop vermeld stond
dat het verboden was om dit gebied
aan te landen of te betreden. Er stond
niet bij hoe je het moest betreden
zonder eerst aan te landen. Naast
allerlei verschrikkelijke gevaren als
onontplofte munitie, opkomend wa
ter en drijfzand, werd ook nog eens
vermeld dat het verblijf voor eigen
risico was. In de tachtiger jaren van
de vorige eeuw heeft het ministerie
van Defensie pogingen in het werk
gesteld om de Noorderhaaks tot
militair gebied te laten verklaren.
Toen dit bekend werd kwam onder
de Helderse bevolking spontaan een
handtekeningenactie op gang onder
het motto "Handen af van de Razende
Bol". Achter de ramen van sommige
inwoners van Den Helder versche
nen posters met daarop deze tekst
en daarbij een luchtfoto waarop deze
woorden, die met grote letters in het
zand waren aangebracht, duidelijk
waren te onderscheiden. Tijdens een
kerstmaaltijd in de longroom van de
marinekazerne Erfprins heb ik aan
de toenmalige officier van Artillerie
een, in een kartonnen koker verpakte
en met een rood lint versierde, poster
aangeboden met daarbij het verzoek
om zijn handtekening te plaatsen op
de lijst. Hoewel hij het gebaar wel
grappig vond en lachte als een mari
neofficier met kiespijn, kon hij toch
niet aan mijn verzoek voldoen. Heden
ten dage wordt de Bol om heel andere
redenen gemeden. De rust voor de
daar verblijvende vogels en zeehon
den moet niet worden verstoord en
daar wordt door de vissers die er,
vooral op zomerse zondagmiddagen
bij rustig weer op uit trekken, reke
ning mee gehouden.
Lo Lasschuijt
159