De genese van de Kop van Noord-Holland en het westelijk Waddengebied Dr. Henk Schoorl. Uit geschriften van de 16e eeuwse schoolmeester/notaris D.A. Val- coogh blijkt dat hij weet had van verdronken nederzettingen in de Noordkop. Ook in het werk van de 17e eeuwse chirurgijn en kroniek schrijver D. Burger van Schoorl vin den we diverse verwijzingen naar de middeleeuwse bewoning in deze verdronken gebieden. De bekende Amsterdamse burgemeester Witsen, die zich omstreeks 1710 bezighield met duyfsteen' (tufsteen) vondsten op het Balgzand was van mening dat deze vondsten uit de 8e eeuw dateerden. De Alkmaarse magistraat Rutger Paludanus, die zich uitvoerig bezighield met enkele verdronken begraafplaatsen en dijkrestanten sprak echter over een Romeinse heerweg door het gebied Wieringer- waard/Anna Paulowna (1776). Behalve over archeologische vond sten beschikte men sedert het mid den van de 16e eeuw ook over kaar ten, met name nautische. Terwijl Zijpe, Heersdiep en Anegat (tussen Texel en Eierland) in de loop van de 15e eeuw verzandden, verdiepte en verbreedde het Marsdiep zich, waarbij het zich ook in zuidelijke richting verplaatste. Doordat het Marsdiep als scheepvaartweg naar Amsterdam steeds belangrijker werd, hield men de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Zo waren stroomveranderingen van Marsdiep, Eierlandse gat en Vliemonding en kustverlies bij Huisduinen/Den Helder en West Vlieland aanleiding tot een grootscheeps onderzoek in opdracht van de Staten van Holland naar de constitutie der zeegaten en stranden, de stromen door de zeegaten van dit Quartier in de Zuy- derzee vloeyend', de toestand van de getijstromen rondom Wieringen en de dijken van dit eiland (1688). Ook daarna zijn er vele 'waterstaatkun dige' onderzoekingen gedaan. Serieuze pogingen tot integrale ge schiedschrijving over de morfoge- nese van het gebied werden echter pas gedaan na de stormvloed en desastreuze overstroming van 1953. Terwijl de bioloog dr. Jacob Wes tenberg in zijn publicatie 'Oude ge schiedenis van het voormalig eiland Huisduinen', zich nog voornamelijk bezighield met de vormveranderin gen van het zeegat Marsdiep en de talrijke bedijkingen op het voorma lige eiland Huisduinen (1956) ging zijn 'leerling' Henk Schoorl veel ver der. In 1973 verscheen van zijn hand een ruim 500 pagina's tellend uiterst gedetailleerd en origineel boek over de genese en de geschiedenis van de Noord-Hollandse kust tussen Bergen en Zuid Texel getiteld 'Zeshonderd jaar water en land' - bijdrage tot de historische Geo- en Hydrografie van de Kop van Noord-Holland in de periode 1150-1750'. In dit boek wordt de vorming van de Hollandse kust beschreven, de aantasting van de kust door de zee en de drie grote doorbraken van de Noord-Hollandse kust: Zijpe, Heersdiep en Marsdiep. Vervolgens ging Schoorl de verdere geschiedenis van deze zeegaten na, waarbij hij ruim aandacht besteedde aan de lotgevallen van de kustbewo ners. Ook beschreef hij uitvoerig hoe sedert de 16e eeuw voor de bewoners de kansen gekeerd leken doordat 149 MN NïU>tl De tegenwoordige Kop van Noord- Holland, het gebied ten noor den en ten westen van de oude Westfriese Omringdijk (ca. 1250) bestaat, behalve uit de voorma lige waddeneilanden Callantsoog en Huisduinen en het vroegere Zuiderzee-eiland Wieringen, gro tendeels uit bedijkingen en polders uit de 16e/i7e en i9e/20e eeuw. Als gevolg van doorbraken van de zee (Zijpe, Heersdiep, Marsdiep) was dit gebied in de ne/i2e eeuw gro tendeels verloren gegaan.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 23