Marian Priem-Ewalt
Alleen moesten wij wel wennen aan
het lawaai van de treinen die regel
matig langs reden. De eerste nachten
zaten we rechtop in bed omdat we
dachten gebombardeerd te worden.
Ook aan die geluiden raakte je ge
wend. Alleen als er 's nachts een lange
goederentrein langs denderde, kon
den we aan het 'kedeng-kedeng' tellen
hoeveel wagons er langs kwamen.
Omdat de vorige bewoners een koe in
de schuur hadden gehad, hadden we
veel last van vliegen en vooral muizen
in huis. De melkboer die bij ons aan
huis kwam kon een katje voor ons op
de kop tikken. Het was een katertje,
zwart-wit en opgegroeid op een boer
derij. Hij was erg schuw, maar een
prima muizenvanger. De eerste avond
had hij al snel vier muizen, in elke
poot een. Wij noemden hem Molly.
Mijn vader had al snel uitgekiend
waar het noorden was zodat hij 's
avonds en 's nachts precies kon bekij
ken of Den Helder aangevallen werd.
Dat kon je duidelijk zien en horen
door de lichtflitsen en het afweerge
schut.
Hij was een avondmens, lag nooit
vroeg in bed en zei dan de volgende
morgen: "nou, het was weer feest hoor
in Nieuwediep". Ook vliegveld Bergen,
IJmuiden en Amsterdam konden zo
bekeken worden.
Het was nog steeds volop zomer
en alle kinderen hadden vakantie.
Die gingen dan vaak helpen op het
land. Vlak achter ons huis lag aan de
overkant van de sloot een groot land
met 'nep'. Dan kwam er een boot vol
kinderen die daar werden afgezet om
'nep te steerten'. Wisten wij veel. Dat
waren zilveruitjes. Ze lagen praktisch
boven op de harde grond en werden
met de hark losgewoeld. Dan was het
de bedoeling dat je de lange staarten
eraf zou trekken. Er werd door de
baas (kruidenier Leek) gevraagd of
we ook wilden helpen. We liepen ons
toch een beetje te vervelen en dat leek
wel wat. De jongens liepen allemaal
in een overall en wij mochten onze
strandpakken aan. Die broeken had
den wijde pijpen met een gekleurd
biesje erlangs en een bijpassend
hesje. Nu, het commentaar van de
jongens loog er niet om. "Nou jojs,
moet je kijken, die meidjes hewwen
een overall aan". Veel gelach om die
"stosse meiden". Dan voelde je je wel
wat opgelaten tussen al die vreemde
kinderen.
Maar er waren ook leuke kinderen die
vertelden hoe je het moest doen en je
hielpen. We kregen er ook geld voor,
maar vraag me niet hoeveel, want er
gingen heel wat van die kleine uitjes
in een kistje. Dat hebben we dan een
paar dagen gedaan tot het veld leeg
was.
Bij het huis was een stuk grond dat
als volkstuin was bedoeld. Daar was
vader wel blij mee. Er stonden al di
verse bessenstruiken. Kruisbessen,
aalbessen en die heerlijke zoete zwarte
bessen. Vader vroeg aan de spoorwe
gen vergunning om het tuintje te ver
groten. Nu, dat was geen bezwaar. Dat
werd dus spitten om het zo groot mo
gelijk te maken. En wat er nog in kon
vóór de herfst werd alsnog geplant.
Achter het huis was een laag stukje
grond helemaal in de luwte van de
vele vlierbessen die rondom het huis
stonden. Daar werden aardbeien en
tomaten geplant. Wat smaakten die
heerlijk, zo van je eigen grond.
Toen kwam de tijd om naar school te
gaan. Naar welke school? Katholiek
waren we niet meer, maar een open
bare lagere school was helemaal in
Hensbroek en dat was toch echt te ver
voor ons om te belopen. Zodoende
kregen mijn ouders toch toestemming
ons naar de katholieke school te bren
gen. Ze wilden mij in de vijfde klas
zetten, maar dat nam ik niet. In Den
Helder had ik al in de vijfde gezeten
en nu wilde ik in de zesde. Dat mocht
en ik kon goed meekomen. Alleen
was het wel wennen omdat er, vóór
de les begon, eerst gebeden moest
worden. Na een paar keer goed luis
teren deden we braaf mee en zo ging
het goed. Onze onderwijzeres was
een non: zuster Werenfrida, door de
belhamels zuster 'Spin' genaamd. Ze
hadden dan ook een grote tekening
van een spin gemaakt en buiten op
het raam geplakt, zeer tot ongenoegen
van de zuster. Ze probeerde hem eraf
te halen, maar dat lukte niet. Groot
gejuich van de meiden. Van de school
heb ik nog wel wat mooie verhalen,
maar die zijn voor de volgende afleve
ring
Gevangen in zoeklichten boven Den Helder.
148