Drama bij Wieringerwaard
Op de terugvlucht over Noord-
Holland werden nog tal van doelen
beschoten: een geschutsopstelling
zuidwest van Den Helder, de Waard-
brug bij Kolhorn, barakken van de Y-
Stellung Schneeglöckgen bij Schagen
en de watertoren bij Wieringerwaard.
En daar ging het mis:
"In de verte naar het noorden ging het
behoorlijk te keer. Den Helder werd
weer eens gebombardeerd. Op een
gegeven moment zagen we 6 Engelse
jagers aankomen vanuit de richting
Den Helder. Op de dijk zagen we dat
ze richting de watertoren van Wierin
gerwaard vlogen. De twee voorsten
vlogen elk langs een kant van de toren
en kwamen achter de toren op onver
klaarbare wijze met elkaar in botsing.
De achterste vliegtuigen van deforma
tie openden hierna het vuur op de wa
tertoren. In de veronderstelling dat in
de watertoren een mitrailleursnest zat.
We hadden eerst nog met open mond
staan kijken. En nog wel bovenop de
dijk. Dat bleek achteraf behoorlijk link
want die Tommies schoten plotseling
op alles wat bewoog. De watertoren
kreeg het hard te verduren. Ze schoten
karrenvrachten puin uit het gebouw",
zou later M. Wissekerke zich herin
neren8.
Navigator F/Sgt Brown vloog met
zijn piloot F/Lt Mervyn Torburn in
Q/254 in de groep die de watertoren
beschoot:
"Ik zag diverse andere Beaufighters die
op dezelfde koers als wij terugvlogen.
Nu konden we ons een beetje relaxen,
maar dit was van korte duur. Voor ons
zag ik twee andere Beaufighters. Over
de radio kwam het bericht: 'Flaktoren
op stuurboord, ik val aan'. Dit over
peinzend, moet de voorste en leidende
Beaufighter dit bericht uitgezonden
hebben, want tegelijkertijd trok deze
op in een bocht naar rechts. Met een
snelheid van circa 240 mph en op 50 ft
hoogte had hij slechts een paar secon
den om op de Flaktoren te richten en
te schieten. Een tragedie volgde vlak
voor onze ogen en we konden alleen
maar met afschuw toekijken: een
tweede toestel dat volgde botste op het
leidende toestel toen deze naar rechts
draaide om de Flaktoren aan te vallen.
Een moment later stortten de beide
toestellen op de grond voor en onder
ons. Brandende wrakstukken spatten
uit elkaar over twee of drie weilanden
heen. We vroegen ons af wie de be
manningen waren en godzijdank was
het allemaal over in een flits. Ze moe
ten er niets van geweten hebben."9
Ook F/Sgt Alf Caldwell, navigator in
de X/254 was getuige: "We keerden
uiteindelijk naar het westen na het
afdraaien van de aanval, vliegend op
1 OOft, en ik zag dat 2 Beaufighters
met elkaar in botsing waren gekomen.
Een herinnering die mij nog steeds bij
is gebleven is de Beaufightermotor die
vlakbij een boerderij als een bal door
het gras richting een stel bomen rolde -
'het zullen wel appelbomen zijn', dacht
ik toen nog".
De beide Beaufighters A/254 en
T/254 crashten bij de Noord-Zijper-
weg, er waren geen overlevenden. De
beide Beaufighterbemanningen liggen
op het kerkhof van Wieringerwaard
begraven10.
Beschadigd en teruggekomen
De resterende Beaufighters zetten
koers richting de thuisbasis, waarvan
elf met beschadigingen van diverse
aard. Bij H/254 was het cockpitluik
weggevlogen tijdens de duikaanval
en daarna werd de Beaufighter ook
nog eens getroffen in de linkermotor,
rechtervleugel en staart. P/254 keerde
terug met een gat in de romp. Z/254
had schade aan de linkerailleron en
bij K/254 was een clear vision panel
uit het toestel geblazen en de naviga
tor gewond geraakt aan zijn knie. Bij
V/254 was het trimvlak van het roer
weggeschoten en ook de hydrauli
sche druk weggevallen, waardoor een
buiklanding op Donna Nook moest
worden gemaakt. Ook 236 Squadron
kwam er niet zonder kleerscheuren
vanaf. Y/236 was geraakt achter in de
rechtervleugel achter de motorgondel,
T/236 had een groot gat in de vleu-
gelvoorrand en in de romp en Z/236
kwam terug met 2 gaten in de linker
vleugel. V/236 raakte beschadigd aan
beide vleugels en kwam op de terug
weg nog in botsing met 2 zeemeeu
wen. Na thuiskomst bleek er nog een
stuk draad van onbekende herkomst
rond de rechter propeller gewikkeld
te zijn!
"Laag vliegend over het water passeer
de ik een dijk en draaide naar rechts
om over Noord-Holland te vliegen,
waar ik molens, huizen en naar ons
starende mensen zag. Nu kon ik echter
merken dat er iets vreemds was aan de
manier waarop mijn Beaufighter vloog.
Vlak nadat we de kust passeerden steeg
ik naar een veiligere hoogte en vertelde
Eric dat we ergens geraakt waren,
maar ik wist niet waar, en vroeg hem
een koers naar de dichtstbijzijnde kust
van Engeland, Norfolk. Het toestel was
aan het slingeren en er was extra druk
op het roer nodig om het recht te hou
den. Maar de motoren draaiden goed
en ik kon moeiteloos hoogte houden.
Toen we de kust van Norfolk bereikten
was er eigenlijk geen reden waarom we
niet zouden proberen om North Coates
te bereiken. We landden en taxieden
naar de plekken waar andere piloten
parkeerden en hun toestellen verlieten.
Ze verborgen hun gezicht, schudden
hun hoofd toen ze ons zagen. Het is
makkelijk om er geintjes over te maken
als alles voorbij is. De schade aan mijn
Beaufighter bleek achteraf mee te val
len. Er zaten gaten in de linkervleugel
en de geleiderailsen van de raketten
hingen naar beneden, vandaar het
probleem met de besturing", vertelt
later F/O Ellis.
F/O Winsland vervolgt zijn eerdere
verslag van de aanval:
"We vlogen er recht doorheen, al vu
rend met de boordkanonnen en enkele
momenten later werden we geraakt
in de linkervleugel. Ik zag een lange
143