Mijn jeugdjaren in Den Helder (2) Jan T. Bremer zo u wilt aan deze 'oorlogspropaganda'? De Jonge neemt aan dat het verhaal afkomstig is van de luitenant-generaal Henri Jomini (1779-1869) "wiens werk vóór die van Thiers e.a. het licht zag." Het vijftiendelige werk van deze Franse militair en historicus, getiteld "Histoire critique et militaire des guerres de la Revolution", was inderdaad reeds in de jaren 1819-1824 verschenen. Hij spreekt overigens niet over een toege- vroren Zuiderzee, maar vertelt alleen dat detachementen ruiterij en lichte artillerie door Pichegru naar Holland gezonden worden "avec ordre de tra verser le Texel," teneinde Hollandse oorlogsschepen die daar ten anker lagen te overmeesteren, Welnu: "de Fransen snelden over de ijsvlakten, kwamen bij de oorlogsschepen en overmeesterden de vloot zonder tegenstand."3 Er is dus, volgens Jomini, niet ge vochten. De schepen zaten vast in het ijs. Alleen niet bij Texel, maar in de haven bij Den Helder. Zou dat voor een Fransman die hier nooit geweest was, van wezenlijk belang geweest zijn? Men sprak toch algemeen van de vloot bij Texel (en Zeeland)? Maar het benaderen van vastgevroren oorlogsschepen door soldaten-te- paard, dat sprak wél tot de verbeel ding. En eenmaal doorverteld wordt zon verhaal toch steeds mooier? Visstraat 7 Slechts vier jaar hebben we aan de Bassingracht gewoond. In mei 1942 deed zich ineens de mogelijkheid voor te verhuizen naar Visstraat 7. Vlak om de hoek van de Bassingracht was daar tot voor kort de manufac turenwinkel van de weduwe Beers geweest. Ik weet niet of de weduwe op dat moment al overleden was of niet. In ieder geval bood haar zoon het pand aan vader te huur aan. Doorslaggevend om op dit aanbod in te gaan was vooral de grotere winkelruimte. Maar vooral wat de 'bovenverdieping' betreft gingen we er bepaald niet op vooruit. Op zolder was slechts één klein kamertje. Er waren geen dakkapellen, slechts dak raampjes. Beneden was naast de win kel nog een slaapkamertje en naast de woonkamer was er het zog. 'kleine kamertje', waar moeder een divan en de linnenkast had staan. Het huis dateerde nog uit de 19e eeuw met alle gebrek aan comfort vandien. Geen echte W.C., maar een emmer, die we kelijks aan de straat gezet moest wor den. Dan kwam ook hier de strontkar langs, waar de emmers in geleegd werden. In 1942 brak ook mijn tweede school jaar aan. 'Oom Albert' (neef van moeder) had geadviseerd, dat ik beter op zijn school kon komen, een oplei dingsschool, die toeleidde naar het middelbaar onderwijs. Het gebouw van deze school stond op de Kanaal- weg, maar was toen reeds ontruimd vanwege de oorlogstoestand. Dit ge bouw, op de hoek van de Kolensteeg, zou in 1944 worden gesloopt in ver band met de Atlantik Wall. De klas sen van deze school waren her en der ondergebracht in andere scholen. Ik kwam in klas 2 te zitten bij juffrouw Smith, die een lokaal gebruikte in de openbare Vismarktschool. Dat kwam goed uit, want het was niet zo erg ver van de Visstraat. Juffrouw Smith was Groningse van origine en kon behoorlijk uit haar slof schieten. Een meisje in onze klas had een keer de Noten 1 A.Thiers, Histoire de la Révolution frangaise, deel 3, p.158. 2 J.C. de Jonge, Geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezendeel 6 (1869, pp. 184,190). 3 H. Jomini, Histoire critique et militaire des guerres de la Révolution (1819- 1921, deel 6, p.208). Groenteboer Jan Bel (1905-1990) nog met paard en wagen voor zijn winkel in de Visstraat op 18 februari 1950. Binnen het jaar werden paard en wagen vervangen door een Chevrolet. 117

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 31