Het toegangshek naar de Ambachtschool aan de Laan.
een winkel waar je ook letterlijk van
alles kon kopen. Vooral speelgoed.
Daar konden we niet aan voorbijgaan.
Aan de overkant die spiksplinternieu
we bioscoop Rialto. Daar waren de
prijzen voor ons veel te hoog. Langs
hotel Bellevue waar aan de overkant
op de hoek van de Keizerstraat Jamin
was. Ook zon winkel om heerlijk bij
weg te dromen. En dan aan het einde
van de Keizerstraat op de hoek van
de Sluisdijkstraat was Pronk, ook
een banketbakker. Links was er een
aparte, ronde etalage waar dan die
feestelijke uitstallingen waren. Als je
daar voor die etalage stond te kijken,
vergat je de tijd.
De politieke toestand werd met de
dag nijpender. Er waren inmiddels al
twee prinsesjes geboren. Beatrix op
31 januari 1938 en Irene in augustus
1939. Net in de mobilisatie. Doch de
mensen waren toen niet in de stem
ming om dat uitvoerig te vieren. Af
en toe mochten wij de krant kopen in
een winkeltje in de Paardenstraat. Die
krant werd het Vliegend Blaadje ge
noemd. Ik meen de voorloper van de
Helderse Courant. Dat was een gezel
lig winkelstraatje. Halverwege de Lan-
gestraat tot aan de Breestraat. Assen
dorp was er, een kruidenierswinkel en
verderop Uipkes, op de hoek van de
Middenstraat. Deze winkel verkocht
niet alleen kruidenierswaren, maar
ook ondergoed, hand- en theedoeken
en meer van dergelijke artikelen. Wa
ren in de Middenstraat ook niet slager
Schrieken en slager Pruiksma?
De krant was in deze tijd zeer belang
rijk. We hadden thuis wel distribu
tieradio die de hele dag aanstond om
naar het nieuws te luisteren.
Er waren nog wel andere winkels
ook die ik me kan herinneren. Op de
hoek van de Walvisstraat en de Laan
was bakker Vliek. Ze hadden een
heel stel jongens. Jack zat bij mij in
de klas. Ook was er een fietsenmaker,
Paans(?).
Aan het begin van de Laan was het
handwerkwinkeltje van Corrie Kos
sem Wij als meisjes vonden het leuk
om daar naar de aangeklede babypop
pen te kijken. Die hadden allemaal
zelfgebreide of gehaakte kleertjes aan.
Veel bollen wol in de mooiste kleuren.
Borduurpatronen met borduurzijde
erbij. En niet te vergeten de vele doos
jes met knopen. Moeder had voor ons
vesten gebreid en zelf mochten wij de
knopen er bij uitzoeken. Dat was heel
wat hoor!
Vlakbij dat winkeltje was de oprijlaan
van de Ambachtschool. We wilden
onze grote broer' Coen wel eens ver
rassen door hem op te halen. Nu,
geloof maar niet dat hij daar blij mee
was. Hij deed net of hij ons niet zag
en liep ons met zijn vrienden hard
voorbij.
Intussen dreven de dreigende oor
logswolken richting Nederland. En in
de nacht van 9 op 10 mei 1940 wer
den we wakker van vliegtuiggeronk
en veel lawaai op straat. Waar we al
zo lang bevreesd voor waren geweest
gebeurde, we waren in oorlog! In
mijn herinnering was het een chaos.
Buren die in groepjes met elkaar
stonden te praten. De soldaten op het
fort die heen en weer holden om de
mitrailleurs van patroonbanden te
voorzien en te bemannen, voor het
geval er Duitse vliegtuigen aan zou
den komen.
Gingen we nog naar school deze dag?
Zou het echt niet meer weten. Wel,
dat mijn ouders besloten dat wij nu
niet meer boven konden slapen, maar
beneden in de ouderlijke slaapka
mer, met ons drieën op een rij op de
grond. Dat was ook wel weer span
nend. In de linnenkast stond ook een
kistje klaar met belangrijke papieren.
Elke avond hoorden wij wel vliegtui
gen en gerommel in de verte van het
afweervuur. Die zondag was het ook
nog Moederdag. In veel gezinnen zal
dat niet gevierd zijn. Toch hadden wij
wat zelfgeknutselde cadeautjes, waar
moeder ondanks de oorlogsellende
toch blij mee was. De vrouw van
onze neef 'Ome Toon', pijper bij de
Marinierskapel, kwam ook geregeld
bij ons aan. Zij woonde in de Beuken
kampstraat en voelde zich daar alleen
zonder familie in de buurt. Ze kwam
uit Rotterdam, wij waren de enige fa
milie. Toon vocht (zoals wij later pas
hoorden) bij de Afsluitdijk. Zo ook de
dag dat Rotterdam dat zware bombar
dement kreeg te verduren.
Ik zie Annie nog zitten, hoogzwanger,
bij moeder aan de keukentafel met
de oren haast in de radio. Ze was zo
verdrietig en bang dat ze haar familie
nooit meer zou zien. Gelukkig bleek
later dat zij het allemaal hadden over
leefd. Behalve collega's in de winkel
waar ze had gewerkt. De hele winkel
was weg. Ja, dat waren trieste voorval
len.
Toen kwam de volgende dag de ca
pitulatie. De soldaten van het fort
108