Door het oog van de naald Toch was de verstandhouding tussen beide redacties goed. Overdag joegen we achter een primeur aan en waren we bij wijze van spreken eikaars vijan den, 's avonds dronken we samen een biertje bij Formosa of aten een hap Chinees. Ik werkte uiteindelijk maar vrij kort in Den Helder. In februari vertrok ik naar het kantoor Schagen en be landde daarna in Heerhugowaard. Die plaats was kort daarvoor tot groeikern gebombardeerd en de krant wilde er een eigen kantoor openen. Het was oktober 1968 toen ik, samen met vrouw en dochtertje, de marine- stad verruilde voor Heerhugowaard. Twee jaar later vertrokken wij naar Drenthe. Tot het eind van de vorige eeuw kwam ik nog regelmatig op bezoek in de 'stad van mijn dromen, omdat mijn vader er nog woonde. Na zijn overlijden in 1999 is dat steeds min der geworden. Enige weken geleden bezochten wij het graf van mijn ouders en wandelden daarna even de binnenstad door. Ik schrok van de verpaupering: dichtgetimmerde winkelramen, de afbraak van de Koningstraat en de oerlelijke 'boom versieringen' aan de Prins Hendrik laan. De 'stad van mijn dromen' lijkt onontkoombaar te veranderen in een 'nachtmerrie'. Jammer, heel jammer! Sjoerd Post Op de ochtend van de 5e mei 1945, de dag waarop duidelijk was geworden dat de bezetting door de Duitsers voorbij was, besloten vier Huisduiner jongens een kijkje op de dijk te gaan nemen. Gedurende de bezettingsjaren was de zeedijk al gauw verboden gebied ge worden, dus de gedachte de Noordzee weer eens te kunnen aanschouwen was zeer aanlokkelijk. Het was een prach tige voorjaarsmorgen, de zon scheen volop, alsof de natuur meejuichte met het zojuist bevrijde Nederland. De strandopgang in Huisduinen, want daar speelde het tafereel zich af, bevond zich aan het eind van de Badhuisstraat, ter linkerzijde van het toenmalige Badho tel, dus ongeveer op dezelfde plaats als Het moge duidelijk zijn dat de jon gens, in de leeftijd van 14-15 jaar, zich onmiddellijk daarop stortten en zich niet bewust waren van de gevaren. Of misschien ook wel, maar was de aantrekkingskracht te groot om zich verre te houden van het oorlogstuig. Terwijl de een onder aan de dijk handgranaten in het water liet explo deren, leegde een ander munitiekisten om deze als brandhout veilig te stellen Dat het allemaal goed is afgelopen mag een wonder heten, want er werd op de meest denkbaar ondeskundige wijze met de achtergelaten munitie omgesprongen. Als het wel fout was gegaan was er op z'n minst een enorm gat in de dijk Waarschuwingsbord (Collectie expositie telefoonbunker bij het postkantoor). nu. Het was een sensatie, boven aan de trap de zee te zien opdoemen. Links en rechts ontwaarden de jongens de resten van de Atlantikwall, maar hun blik werd onmiddellijk afgeleid door een enorme hoeveelheid munitie -menutie noemde de jeugd het toen- die door de Duitsers was gedumpt ter hoogte van het later afgebroken Badhotel. Het ging om luchtdoelgranaten, handgranaten, pant servuisten, lichtspoormunitie, geweer- en lichtkogels en wat dies meer zij. ontstaan en van de jongens weinig, zo niets, overgebleven. Veel jongeren hebben de eerste tijd na de bezetting minder geluk gehad en het spelen met allerlei soorten oorlogstuig met de dood moeten bekopen. Anderen hadden dit geluk wel en kunnen het nu, vele jaren later, ouder en wijzer geworden, navertellen. 105 Hans Kroonstuiver JOHAN STEENKIST

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 19