Het werd een pittig gesprek, mede
door het feit dat ik niet rooms-katho-
liek ben en het NHD toentertijd nog
een katholieke signatuur had. Toch
werd ik aangenomen en op 15 au
gustus 1967 stapte ik het kleine kan
toortje aan de Koningstraat binnen.
Ik werd welkom geheten door chef
Jan Bruin, een aardige vent die mij
wegwijs maakte in het Helderse pers
wereldje. We huisden vrijwel pal te
genover de kantoren van 'grote broer'
en concurrent de Helderse Courant
van de Verenigde Noordhollandse
Dagbladen (VND). Daar werkten veel
meer journalisten die ik kende vanuit
de jaren dat ik fotograaf bij Van Loon
was geweest. Nu waren de rollen
omgedraaid en was het aan mij om te
zorgen voor mooiere verhalen in onze
krant dan in die van de VND.
In juli 1964 heb ik het examen vak
fotograaf met goed gevolg afgelegd.
Op onze trouwdag kwam er een extra
verassing: Arie Vlam, ambtenaar
van de burgelijke stand meldde in
zijn toespraak dat ik tot chef was be
noemd bij Van Loon.
In het midden van de jaren zestig ben
ik, naast mijn werk als fotograaf, gaan
freelancen voor drie landelijke kran
ten. Dat waren De Telegraaf, Het Vrije
Volk en Trouw, die overigens niet
wisten dat ik voor hen alle drie werk
te. Het was een openbaring toen mijn
eerste stukje in de krant verscheen.
Ook leuk is de vergoeding die de
kranten betalen voor een leuk stukje.
Vooral De Telegraaf pakte goed uit
als er een primeur werd aangeleverd.
De berichten varieerden van een
zwarte piet die van het dak was geval
len tot een grote primeur over een
goudvondst in het scheepswrak van
de Renate Leonhardt. Op een gegeven
moment ging het zo goed met het
krantenwerk dat ik overwoog de over
stap te maken van de fotografie naar
de journalistiek.
Midden 1967 deed zich die kans ein-
Interview voor het Noordhollands Dagblad met een marinevrouw
Een gesloopt gedeelte in de Koningstraat beplant met bomen.
RGWAL 225, AM
NAAM:
ADRES; Eemstraat 1
Dea Helder.
-r». FUNCTIEr.r.
tertje van de kapitein en diens vrouw
brak er iets in me. Dagen en vooral
nachten lang zag ik de beelden voor
me. Steeds weer opnieuw draaide de
film zich in mijn hoofd af.
delijk voor toen het Noordhollands
Dagblad een leerling-journalist vroeg.
Ik reageerde en enkele dagen later
zat ik in Hoorn tegenover de beide
hoofdredacteuren Toes en Onstenk.
104
oc