Fotograaf Dick van Loon in zijn winkel in 1986.
en afdrukten. De enige handeling die
ik mocht doen was deze foto's met een
klem vanuit het ene bad in het andere
deponeren, 's Avonds kwam ik thuis
met een knallende hoofdpijn vanwege
de chemicaliën in de doka.
Na lang zeuren mocht ik eindelijk
met een camera op pad. Dick drukte
een Rolleiflex in mijn handen, stopte
er zelf een film in en gaf me de vol
gende opdracht: "Je gaat buiten zes
opnamen maken van een lantaarnpaal
en daarna ga je naar de dijk en maakt
zes foto's van Texel in de verte" Ik
was stomverbaasd, stapte op mijn
bromfiets en voerde de opdracht uit.
Terug in de zaak werd de film ontwik
keld en snel gedroogd. Ik kreeg onder
uit de zak. De lantaarnpalen stonden
verticaal niet recht op mijn foto's en
de horizon niet horizontaal.
Die fout maakte ik nooit meer en zelfs
nu, vijftig jaar na dato, kijk ik nog
altijd tweemaal in mijn zoeker of alles
wel goed recht staat.
Langzaam maar zeker werd duide
lijk dat ik in een keiharde leerschool
terecht was gekomen. Van Loon, dat
weten veel Nieuwediepers, was geen
gemakkelijk heerschap. Een foutje bij
het belichten van een vergroting werd
van het loon afgetrokken. "Je moet
leren geen fouten te maken", zei hij
dan afgebeten.
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen
dat ik er veel geleerd heb. Een knet
terende ruzie over een niet brandende
oliekachel deed mij na een klein jaar
besluiten ontslag te nemen.
Eerst na mijn diensttijd -februari
1960 tot augustus 1961- keerde ik er
terug. Ik specialiseerde mij vooral in
het maken van persfoto's. Van Loon
werkte vast voor de Helderse Cou
rant, maar ook andere media klopten
regelmatig bij ons aan. Bij de Helderse
Courant werkte in die jaren het kop
pel Cees Dekker en Diets Hovestad.
Als er geen krantenfoto's 'geschoten'
behoefden te worden was ik op pad
voor het maken van zogeheten 'huis-
aan-huisfoto's'. Dit hield in dat ik kin
derfoto's maakte bij gezinnen thuis.
Soms leuk, maar even vaak afschuwe
lijk met dreinende kinderen die niet
op de foto wilden.
In die jaren heb ik ook honderden
trouwseries en doopfoto's gemaakt.
Met enige regelmaat stapte ik vanuit
het nieuwe pand van Van Loon aan
de Middenweg naar de aula van de
begrafenisvereniging aan de over
kant. Nogal wat rooms-katholieken
wilden in die tijd een bidprentje van
een overleden dierbare hebben en dat
plaatje mocht Van Loon dan maken.
Ik was niet zo tuk op die opdrachten,
maar Dick stuurde mij vrijwel altijd
op pad. "Ze liggen in ieder geval stil,
dus zelfs jij kunt geen beweging-
sonscherpte op de foto voor elkaar
krijgen", grapte hij met zijn ronduit
cynische humor.
Nu kwam het fotograferen van do
den veel vaker voor in het fotovak.
De politie in Den Helder had in die
jaren nog geen eigen fotograaf en dus
werden wij nog wel eens gevraagd bij
(zelf)moordzaken en dodelijke on
gelukken. Ik herinner mij dat ik eens
kotsend boven een spoorsloot stond
toen ik het lijk van een jongeman
moest fotograferen. Hij was bij de
spoorwegovergang op de Doggers
vaart met zijn brommer door de trein
gegrepen. Op tal van plaatsen langs
de spoorrails lagen delen van het li
chaam en op het moment dat ik plot
seling een afgerukte hand zag liggen
werd het mij even teveel.
Ook scheepsrampen kwamen met
een zekere regelmaat voor. Zo verging
op 1 februari 1962 de Duitse coaster
Bertha Kienass even ten noorden
van Texel. Later bleek dat het schip
waarschijnlijk op een mijn was gelo
pen. De 496 ton metende coaster was
met een lading graan onderweg van
IJmuiden naar Kopenhagen. In de
loop van de dag begon een grote red
dingsoperatie die zonder succes bleef.
Laat in de middag van de tweede
februari meerde de reddingboot van
Den Helder Prins Hendrik met de
vlag halfstok af in de haven. Onder
dekens op het voordek de stoffelijke
overschotten van tien opvarenden,
met daarbij ook twee kinderen.
De volgende dag moest ik alle doden
voor identificatiedoeleinden fotogra
feren. De kisten stonden in een lange
rij opgesteld in de zogeheten joodse
aula op de algemene begraafplaats.
Dode na dode werd door mij gefoto
grafeerd, als het ware op de automa
tische piloot. Het werk moest gedaan
worden, maar ik voelde mij doodon
gelukkig. Op het moment dat ik voor
een kistje kwam te staan waarin een
baby lag -het 14 maanden oude doch-
103