De ramp met Hr. Ms. Frans Naerebout Cor Bakker, Valthermond Bemanningsleden van de Hr. Ms. Frans Naerebout. Ondanks het feit dat mijn leraren opleiding voor een totaal ander vak was, was ik nu leraar en mijn salaris was precies 10 gulden meer per week dan ik als loodgieter had verdiend. Met het aanvaarden van deze baan ging ik uit Den Helder weg, althans gedurende de week, Ik kwam natuur lijk nog elk weekend thuis en na ver loop van tijd werd onze zoon in Den Helder geboren. Na een jaar zijn we naar Hilversum verhuisd en was ons enige contact met Den Helder nog het regelmatige bezoeken van familie en kennissen en dat is tot op heden zo gebleven. Overigens bleek het achteraf, zeker toen ik voor het eerst alleen voor de klas stond, toch nog wat overmoedig te zijn want op een ochtend in december werd ik door de toenmalige directeur 's ochtends verwelkomd met de woor den "Mijnheer bakker fijn dat u er bent, ik zal u even naar uw klas bren gen" Voor de deur van het klaslokaal zei hij tegen mij: "Hier is uw klas veel succes" en beende weg, mij enigszins verward achterlatend. Ik raapte alle moed bijeen, stapte de klas binnen en voelde mij als voor de leeuwen gewor pen, voor een klas hongerig kijkende jochies uit de eerste klas die ik metaal- bewerken moest gaan geven. Mijn leservaring beperkte zich toen nog tot een praatje van tien minuten over de kolenmijnen in Limburg dat ik voor mijn studiegenoten van de lerarenopleiding had gehouden in het kader van de lessen Nederlands. Er schoot mij dan ook door de gedach ten: "Als ik dit overleef, overleef ik alles" en dat is bewaarheid geworden. Als kind luisterde ik graag -en vol aandacht- naar de verhalen van mijn grootvader Jacob de Wijn, geboren te Den Helder op 17 juni 1878, aldaar overleden op 8 mei 1954. Opa had als marineman vele reizen gemaakt en kon boeiend vertellen. Vooral de vier 'termen' van elk drie jaar naar het voormalige Nederlands- Indië leverden vertelstof te over. Als een verhaal op mijn verzoek nog eens werd verteld was de tweede le zing dikwijls sterker dan de eerste. Mijn moeder reageerde daar dan op in de trant van "Nou vader, ik geloof niet.Verder kwam ze meestal niet, want Opa troefde haar bij voorbaat al af met: "Zus, ben jij er bij geweest, of ik Het verhaal dat mij het meest is bij gebleven is dat van het vergaan van de mijnenveger Hr. Ms. Frans Naere bout. Opa was één van de bemanningsle den toen het schip op 2 mei 1918 bij het mijnenvissen op een mijn liep en wegzonk in het Stortemelk ter hoogte van Vlieland. In hetzelfde gebied waar op 30 maart 1918 de G 11 op een ver ankerde mijn was gelopen. Van de Frans Naerebout kwamen 10 bemanningsleden om, 11 opvarenden werden gered, waaronder mijn groot vader, o.a. door het te hulp gekomen schip de Lutine Als Opa het verhaal van de ramp en zijn wonderbaarlijke redding vertelde, doemden beelden op die aan een he dendaagse rampenfilm doen denken. Jacob diende als korporaal ma chinedrijver ten tijde van de ramp op de Naerebout. Het schip werd midscheeps getroffen en begon vrijwel onmiddellijk te zinken. Opa bevond zich in de machinekamer Hij wist echter razendsnel bovendeks te komen en begaf zich met andere opvarenden naar het achterschip dat 100

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 14