wielen, bestemd voor graszaad, wor
tels en alle andere zaaisoorten tot aan
vetzaad. Verder laat het museum een
aantal eggen zien, zoals de eenvelds-
akker eg en de tweeveldsakker eg die
over het geploegde land heengingen
om het zaaiklaar te maken. Er waren
ook eggen waarmee werd nabewerkt
achter de zaaimachine om het zaad
wat nog bovenop lag onder het zand
te krijgen. Vervolgens de uitgebreide
collectie van 21 ploegen, keurig op rij
in het museum, een prachtig geheel,
met de greppelploeg die specifiek
gebruikt werd in Het Koegras en de
Zijpe. Dan een houten karploeg uit
1880 voor het grasland, een karwei-
ploeg uit 1880 die een laagje zand
over het karweizaad moest leggen,
verder nog diepploegen en een kor-
teploeg om graanland om te ploegen.
Wat verder opvalt is de dorskast type
Marshall uit 1912 om graan te dorsen
(uit de Waardpolder) die ook in Het
Koegras gebruikt is. Kortom, wat het
museum laat zien is teveel om op te
noemen, want er zijn ook nog sor-
teermachines voor aardappelen, een
hor-uitzoektafel voor aardappelen,
een aardappelpoter, een uien- en prei
zaaier en veel, heel veel meer.
De bevolking in Het Koegras leefde
voornamelijk van veeteelt, maar in
1870 was sprake van 300 hectare
bouwland met rogge, haver, gerst
en aardappelen. Het gebruik van
kunstmest, de sterk verbeterde water
beheersing en een verbeterde grond
bewerking door betere werktuigen is
ook voor de akkerbouw van grote be
tekenis geweest. In de Eerste Wereld
oorlog (1914-1918) was de akkerbouw
in Het Koegras van grote betekenis.
Over het jaar 1912 lezen we in het
gemeente-jaarverslag:
Over de toestand van de landbouw
in het jaar 1912 kan het volgende
worden medegedeeld: Tot begin juni
Tulpenkoppen met Siem, Arie en Frans Langelaan op het land aan de Zanddijk in
1964. Collectie Ton Slot.
was het weer gunstig, zodat veel hooi
werd gewonnen van goede kwaliteit.
Ook de weide voor het vee liet niets
te wensen over, was tot die tijd zelfs
overvloedig van gras voorzien. De
prijzen der zuivelproducten waren
gedurende het gehele jaar voldoende,
evenals de productie. De afzet van
vee, in hoofdzaak bestaande uit jong
vee en schapen (overhouders) was
zeer goed, de prijzen waren zeer
hoog.
Gewassen Aantal geteeld in hectare
wintertarwe 10
winterrogge 27
zomergerst 101
haver 167
veldbonen 3
erwten 28
aardappelen 5
suikerbieten 21
rode klaver 34
mengklaver 15
De uitgestrektheid bouw- en grasland
is samen 3189,31 hectare. De oogst
werd opgeslagen als wintervoer voor
het eigen vee of ging naar de veiling.
Het 'warmoes' ging per schuit of wa
gen naar de groenteveiling aan het
Helderse Koningsplein.
Dat er groente verbouwd kon wor
den kwam door de invoering van
kunstmest als kali, slakkenmeel en
Chilisalpeter en de ervaringen in de
Proeftuin (1911). De opbrengsten
waren redelijk.
Door de afdeling Helder van de Maat
schappij van Landbouw werd vanaf
1901 een driejarige landbouw win-
tercursus gehouden in de openbare
lagere school no. 1 in Het Koegras te
Julianadorp "onder genot van vrije
verlichting en verwarming" met een
jaarlijkse gemeentesubsidie van vijftig
gulden. De eerste docent was kweek
schoolleraar G. Tjalsma die ook in
het bezit was van de akte landbouw
onderwijs. De cursus had jaarlijks
ruim tien leerlingen uit Het Koegras
82