Stranding van de Horstendaal voor't Buysegat. Reconstructietekening Henk Schoorl.
Garst, Schoten en het Torp bewoond
waren. En zo kon het gebeuren dat in
de zomer van 1661 ene Jan Gerritsz
van de Mieldijk (Barsingerhorn) met
geld op zak op weg naar Texel om
lammeren te kopen vermoord werd.
Toen hij op weg naar het noorden
in een herberg te Oudesluis iemand
ontmoette die toevallig óók die
kant op moest en zij op het pad onder
de dijk in het Buitenveld gekomen
waren "heeft de makker van Jan
Gerritsz zijn hielzenuw aan stukken
gehouwen, en alzoo deerlijk met ver
scheiden wonden vermoort". Aldus de
chirurgijn van Oudesluis Dirk Burger
van Schoorl (1650-1717).1
Walvis op het strand
Een ander verhaal van deze chirur
gijn/kroniekschrijver Dirk Burger
van Schoorl is uit het jaar 1641: "Den
5.October is alhier op de Strant van
Callantsooge een walvis gestrant en
aangespoelt omtrent het Buizegat.
Hij was 68 voeten 17,4 meter), hij
spoog veel vet op het Strant. Die hem
kogten wisten de hersenen daaruit
te halen, die hij rafineerde met een
hooge van kalk gemaakt en doe hadde
hij de schoonste sperma ceti die men
in de apotheek kon vinde en kreeg
daar zeer veel geld van."
Een niet nader genoemd persoon
had de walvis blijkbaar gekocht van
de rechthebbenden (de heren van
Callantsoog) en daar veel geld voor
gemaakt. De kroniekschrijver geeft
hoog op van de medicinale waarde
van de hersenen, maar over spek,
traan of baleinen rept hij niet. De
walvis was blijkbaar geen mannelijk
exemplaar, want in die tijd was het
'teellid' der mannetjes populair, om
dat het als medicijn zou kunnen die
nen om de potentie te verhogen.
Oost-Indiëvaarder Horstendaal ge
strand bij 't Buysegat
Terwijl de berging van de walvis
kennelijk geen probleem opleverde
doordat het dier aan de zuidzijde van
het Buysegat gestrand was, waren
er bij de stranding van het V.O.C.
schip Horstendaal ter hoogte van het
Buysegat wel degelijk problemen.
De Horstendaal onder bevel van ka
pitein Jan Kelder strandde op 19
september 1742 's middags om twaalf
uur tijdens een noordwesterstorm op
't strand voor 't Buysegat, de grens
scheiding tussen de jurisdictie van
Callantsoog en die van Huisduinen.
Er vielen geen doden te betreuren,
maar er ontstonden wel direct pro
blemen over het recht van berging.
Gelukkig was men toen de storm na
enkele dagen ging liggen, wél begon
nen met het lossen van de lading.
Want terwijl men de lading gelost had
en zelfs pogingen ondernam het schip
'in zee te brengen' stak er half oktober
een nieuwe storm op, waardoor de
Horstendaal aan stukken en brokken
geslagen werd.
De juridische touwtrekkerij om de
bergingsrechten heeft zo'n vier jaar
geduurd. Pas in 1746 is "met het stellen
Ets van Karel Jansz Verschoor van een gestrande potvis bij Callantsoog (1641).
4
Vhin.». -TV*"