35 jaar Drooghe Weert Zuid
Inleiding
In 1849 kocht de Schiedamse ban
kier mr. Pieter Loopuyt (1791-1872)
de polder Het Koegras, inclusief de
opstallen. In dit gebied stonden rond
de vijftig behuizingen, voornamelijk
boerderijen. De ontginning werd
krachtig aangepakt en drie jaar la
ter waren er al twintig boerderijen
bijgebouwd en was het tot dan toe
nogal primitieve noord-zuid lopende
afwateringssysteem door het graven
van vier dwarsvaarten uitgebreid. Er
werden sluizen en bruggen gebouwd,
kilometers scheidingssloten gegraven
en wegen aangelegd.
In 1870 stonden in Het Koegras ach
tennegentig behuizingen, waarvan
vierenvijftig boerderijen. Daar woon
den in totaal 573 mensen. In dit jaar
schonk Pieter Loopuyt 1000 gulden
voor de bouw van een nieuwe school,
ter vervanging van een in 1836 mid
den in de polder geplaatste directie
keet. Daar kregen inmiddels zeventig
kinderen les. Met deze schenking
legde hij onbedoeld de basis voor
Julianadorp.
Aan het begin van de jaren zestig van
de vorige eeuw woonde nog geen vijf
procent van de inwoners van Den
Helder in Julianadorp/Koegras, tegen
het einde van die eeuw bijna vijfen-
twintig.1
De eerste nieuwbouw
In de zestiger jaren bestond de mo
derne nieuwbouw in Julianadorp uit
nog maar twee straten, de Wethouder
W de Boerstraat en de Mr. J. de Vries-
straat. Beide straten liggen ten westen
van de Langevliet bij het in 1959 -ter
gelegenheid van het vijftigjarig be
staan van het dorp gebouwde- hygië
nisch centrum van het Witte Kruis.
Bij de nieuwbouw in Julianadorp
speelde Woningstichting Den Helder
de hoofdrol, althans tot aan de bouw
van de woonbuurten Boterzwin,
Malzwin en Zwanenbalg in Drooghe
Weert Zuid.
De start was moeizaam: het plan voor
twintig nieuwbouwwoningen werd
in eerste instantie door de provincie
afgewezen. Het was te duur. Na te zijn
aangepast mocht het plan in 1961
alsnog worden uitgevoerd, ofschoon
Bovendien verwachtte de Rijksover
heid dat de totale bevolking in 2000
zou zijn gegroeid van 12 tot 20 mil
joen. Die explosieve groei kon niet
worden opgevangen in de Randstad,
maar moest worden afgeleid naar
aangrenzende gebieden. Dat moest
ook gevolgen hebben voor de Noord-
kop.
Omdat ten noorden van de Doggers-
Wethouder W. de Boerstraat.
de kosten nog altijd ruim boven de
landelijk geaccepteerde maximum
norm lagen.2
Snelle groei
De Tweede Wereldoorlog (1940
1945) had in Den Helder grote schade
aangericht. Er waren door bombarde
menten en aforaak zo'n 2.200 huizen
verloren gegaan. De bevolking was
gedaald van ruim 37.000 tot 10.000
inwoners.
Na 1945 groeide Den Helder eerst in
snel tempo. De toename van de werk
gelegenheid door de vestiging van
industrie en door de uitbreiding van
visserij en offshore leidde tot een toe
name van het aantal inwoners en van
de behoefte aan nieuwe woningen.
vaart niet genoeg bouwterrein meer
beschikbaar was voor een nieuwe,
vierde stadswijk om de behoefte aan
woningen tot 1986 op te vangen, werd
nog geen 20 jaar na de sprong over
de Linie die over de Doggersvaart
gewaagd.
Direct ten zuiden van de Doggers
vaart lagen echter militaire objecten
die bouwen aldaar op korte termijn
onmogelijk maakten. Pas ten zuiden
van de Middenvliet was woningbouw
in voldoende omvang mogelijk.
Om die reden werd in het Bestem
mingsplan Drooghe Weert 1971 ge
kozen voor stadsuitbreiding ten zui
den van de Middenvliet. Aldus zou,
tussen de nieuwe wijk en de stedelijke
bebouwing ten noorden van de Dog-
63