Ingang Pniël-
kerkje. Collectie
Ton Slot.
Viering van het 25-jarig bestaan van de
gereformeerde vrouwenvereniging Wees
een Zegen in het Pniël-kerkje (1975).
Aan de rechterzijde van onder af: Piet
en Thea Zijderveld, Henk en Hermien
Bruin, Ina Kooistra, Joop en Cock Vonk,
Klaas en Nine de Graaf. Vooraan op zijn
rug gezien: Fokke Horinga. Links voor
aan zijn echtgenote Grietje Horinga, dan
mw. De Graaf-Hop, Bep en Rien Bruin,
Siem en Sjoke Abbink. Vervolgens (niet
zichtbaar) Rien en Lenie Dwarswaard
(presidente). Collectie Ton Slot.
Het kerkje in Julianadorp was in 1948
gesticht in verband met het gegroeide
aantal gereformeerden. Het was van
een ontroerende eenvoud. Een klein
dubbelwandig houten gebouwtje
met een voorportaaltje, donkerbruin
gebeitst, met witte daklijsten. Ik
moest aan de Oostenrijkse woningen
denken die aan de Borneolaan en in
Huisduinen stonden. Dit was kenne
lijk de Oostenrijkse kerk. Binnen tien
rijen banken, een preekstoeltje met
daarnaast een harmonium.
Ik leerde er veel. Een koraal kunnen
spelen is nog niet hetzelfde als een
groep muzikaal bij de hand nemen die
in banken zit en bovendien zojuist co
pieus gegeten heeft. Mijn vader vond
dat ik vooral 'stevig' moest spelen:
"er valt daar wel eens iemand in slaap
tijdens de dienst". Als hem dat tijdens
de preek overkwam, pleegde hij onver
wacht met de vlakke hand op de kan
sel (nou, ja) te slaan om zijn woorden
kracht bij te zetten. Hij maakte het bij
die gelegenheden maar niet al te lang.
Vanaf mijn post probeerde ik de zaken
te verlevendigen met veel staccato's
en fortissimo's. Dat was hard trappen
geblazen op zo'n psalmenpomp met
een altijd wat lekkende blaasbalg. Als
de gekozen liederen mij een beetje te
moeilijk leken voor de gemeente -of
haar organist- leerde ik ook een beetje
met mijn vader te onderhandelen over
de liturgie.
Maar als aan het einde van de dienst
het slotlied er welluidend en enthou
siast uitkwam dan gaf dat een goed
gevoel en was ik reuze trots op
mijn vader, op mezelf en op de Julia-
nadorpers.
Ik ben eerlijk gezegd een matig ama
teur-muzikant. Maar als ik later bij
profanere gelegenheden, studentenca
baret, bij een feest of in het café, zon
der enige bladmuziek zangers moest
ondersteunen of aanvoeren dan was
dat in de wetenschap 'dat hebben ze
mij in Julianadorp geleerd'.
En daarom is die 'derde weg' vanuit
Den Helder, de weg naar Julianadorp,
mij nog steeds de dierbaarste.
Siebold Hartkamp
Een deel van de
'derde weg' naar
Julianadorp (de
Nieuweweg) kruist
de Doggersvaart.
0 ---'S.