Jan T. Bremer Nollenafgraving in Het Koegras 1918 (links de jonge Kees Hoogscha- gen). Collectie Ton Slot. ver van een economisch proefschrift over Den Helder in 1918. "Deze vooruitgang was behalve aan een verbetering van de economische situ atie in het algemeen óók te danken aan mensen als Verfaille, die niet al leen het geld hadden, maar ook de wil om verbeteringen aan te brengen. De landbouwwetenschap was nog in haar beginstadium, doch werd door hem aandachtig gevolgd en toegepast. Zijn voorbeeld diende menigeen tot navolging en zoo werd zijn ar beid mede den start tot verbetering van onze polder. Het was een zware strijd, de tijd van pioniers en er was een onverwoestbaar optimisme voor noodig en een ijzeren wilskracht om de ontginning voort te zetten, omdat alles zoo weinig loonend was. Het te ontginnen land werd geëgaliseerd, er werd geploegd en geëgd, er werden greppels en slooten gegraven en de woestenij werd herschapen in een effen grastapijt waarop het vee stil en rustig graasde. De heer Verfaille was de eerste landbouwer in onze polder die hulpmest kunstmest) gebruikte en door het toepassen van een juiste waterbemaling vruchtbaar land wist te maken", aldus de Helderse Courant van 27 december 1933. De naam Jan Verfaille is niet meer weg te denken uit het collectieve geheugen van de inwoners van Den Helder doordat in 1938 de Strooweg, voorheen nooit meer dan een zand- pad, naar hem vernoemd is. "Het is een bekend en waar verhaal dat toen Jan Verfaille op eigen houtje en voor eigen rekening de Strooweg toegangs weg tot de boerderij, gedeeltelijk liet verharden, de kantonrechter hem (in 1904) voor deze overtreding een boete oplegde van drie gulden of een vervangende hechtenis van drie dagen." Aldus H. van Loo, gehuwd met een achterkleindochter van Jan Verfaille, in zijn boek over het geslacht Verfaille. Grootvader Verfaille, die in de familie bekend stond als een legendarische en dominante figuur, was niet alleen bestuurslid van de polder Het Koegras, maar tevens ge meenteraadslid (van 1886 tot 1919). Daar hield hij zich niet alleen bezig met agrarische onderwerpen. Zo was hij ook lid van de commissie voor de gemeentereiniging. Maar ook hier was wel sprake van enig eigen belang, de schrale Koegrasgronden konden een natuurlijke bemesting met straatvuil, compost en fecaliën uitstekend ge bruiken. Blijkens het krantenbericht behield de hoogbejaarde Jan Verfaille tot de laatste maanden voor zijn dood grote belangstelling voor alles wat er in de gemeente en de polder gebeurde. Jan Verfaille Jbzn is op donderdag 28 december 1933 begra ven op de Algemene Begraafplaats te Huisduinen in graf G M 14 bij zijn echtgenote Marie Wielick, die reeds op 10 januari 1878 was overleden bij Grafzerk van Jan Verfaille en echt genote op de Huis- duiner begraaf plaats (vak G). MAHA VKfAlLlf HWIK JAN VEEM.LF de geboorte van hun elfde kind. De hoeve Vrede en Vrijheid aan de Jan Verfailleweg is in 1969 onteigend en gesloopt vanwege de stadsuitbreiding. Literatuur: H. van Loo, De geschiedenis van het ge slacht Verfaille in Nederland (Bergen 1984). J.M.L. Saunders. Beknopte schets van de economische positie van Helder (Hel der 1918). H. Schoorl, Isaac le Maire. Koopman en bedijker (Haarlem 1969). W.C. Stoll. Helderse straatnamen. Ge nealogische gegevens van personen waarnaar straten zijn vernoemd (Den Helder 1987); niet uitgegeven. Bronnen: HHV-archief. Weekblad Helder en het Nieuwediep (diverse jaargangen). 56 GEB, 20 JUM IS4C ÜVEIiLlC JANLUfcl A&78 EN HAAK ECHTGENOOT GEB-li APRIL - UVEEL.'iZS OLCLMBt.lt IS33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 58