IJspret bij een Bosman watermolentje op het land van Piet Hoogschagen, Langevliet no. 21 (winter 1944). Rechts een 'vluchtelingenboet voor Helderse evacués. Collectie Ton Slot. Een watermolentje op een praalwagen met Joop Maters en letje Zwan langs de Lan gevliet bij het regeringsjubileumfeest van koningin Wilhelmina (1938). Collectie Ton Slot. Een van de laatste nog werkende Bosman molentjes in Het Koegras nabij de spoorbrug (1968). Collectie Ton Slot. mogen verwachten voor de groei der veldgewassen". De commissie onder zocht toen: "De mogelijkheid om uit de ten westen liggende duingronden zoetwater voor den polder te kunnen betrekken". Later onderzoek toonde echter aan, dat dit niet het gewenste resultaat opleverde. Verder vermeldt het rapport dat de commissie had overwogen om het water uit de Scher merboezem (lees: Noordhollands Kanaal) in te malen door middel van stoomgemalen. Met dit doel was een aantal proefmetingen uitgevoerd. Maar wegens de hoge kosten zag men daar vanaf. Hiermee had de commissie het probleem van de waterstand niet opgelost. In droge jaargetijden was de lage waterstand namelijk dramatisch voor de boeren. En iedereen wist dat het inmalen van water voor de lande rijen van Het Koegras van levensbe lang was en dat de landeigenaars, als dit onvoldoende plaatsvond, maatrege len namen door meer watermolentjes te plaatsen. De commissie schreef dan ook: "Toenemend gebruik der molens, die het water uit de vaarten in de land- slooten opmalen, hebben nog meer doen inzien, dat de vaarten door hunne ver- ontdieping niet in voldoenden staat van onderhoud verkeren, omdat, wanneer de molens allen daarop staan te malen, sommigen zelfs ten dele drooggelegd en anderen geheel onbevaarbaar worden gemaakt". De landbouw ondervond dus niet alleen nadeel van een te lage waterstand voor de gewassen, maar ook het nadeel dat de vaarten in de polder onbevaarbaar waren voor de vrachtschuitjes die landbouwproduc ten en andere goederen vervoerden. In totaal stonden er tussen de Hel- derse Linie en de Callantsogervaart zeker zo'n zestig molentjes. Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw kwam de ommekeer in de polder. Weide gronden van veebedrijven werden omgezand en geschikt gemaakt voor de bollenteelt. Met het vee verdwenen ook de meeste watermolentjes uit Het Koegras. Die werden vervangen door 52

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 54