RAIFFEI5 voor uitbreiding en een flink terrein. Dat had Loopuyt ertoe gebracht bij het bestuur een balletje op te gooien hoe het stond tegenover verplaatsing van het weeshuis naar Julianadorp. Hij stelde voor het overschietende bedrag te bestemmen voor de aan koop van een bouwterrein. Als dit geen doorgang vond, kon het geld het beste naar de polder als bijdrage in de kosten van het onderhoud van het plantsoen. De liquidatie liep ech ter vertraging op doordat er bij het Kadaster nog enkele meters grond op naam van de Maatschap stonden. Oorzaak hiervan was een kleine wijziging in het oorspronkelijke we genplan. Deze kwestie was pas eind 1921 geregeld. Toen kwam Loopuyt ook met het nieuwe voorstel het saldo (1050 gulden) te storten in het Dirk van Foreestfonds. Ook dit fonds was een initiatief van Loopuyt. Samen met Mann stuurde hij in december 1912 een circulaire aan alle landeigenaren en bewoners in de polder. Hierin Koningin Juliana op werkbezoek in Julianadorp op 17 juni 1969. Op de rug gezien: burgemeester S.H. Visser en het meisje Ria Vonk dat de bloemen aan de koningin overhandigde. Uit het raam (rechts) mw. Eriks-Delver, staand rechts naast de vlaggenmast postbode Sieme Bakker. Achter de burgemeester (met bril) Annie Kant. Staand rechts achter: Alie Rol, Mia Mooiweer, Arie Brugman, onbekend en Kees Paarlberg. werd kennis gegeven van de stich ting van het naar de oud-dijkgraaf Van Foreest genoemde fonds door beide heren bij notariële akte van 13 september 1912. In de circulaire werd een oproep gedaan het fonds te steunen, bijvoorbeeld door middel van een legaat. Doel van het Dirk van Foreestfonds was het verlenen van financiële hulp aan alle hulpbehoe vende inwoners van de polder, "waar onder zijn begrepen weduwen, weezen, zieken, ouden van dagen en in het algemeen al zoodanige inwoners, die om een of andere reden, hetzij tijdelijk, hetzij bij voortduring, materieele hulp noodig hebben en onverschillig tot welken godsdienst zij behooren".22 Een deel van de leden van de Maatschap stemde met Loopuyt's voorstel in, aan enkele anderen betaalde hij hun aan deel uit.23 Besluit: het doel bereikt Op 30 mei 1919 smaakte Loopuyt het genoegen Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik in Julianadorp te mo gen ontvangen. Deze visite ging terug op de bezoeken van Wilhelmina in het voorjaar van 1916 aan de tijdens de zware storm van 13 op 14 janu ari van dat jaar overstroomde Anna Paulownapolder. Zij zag toen in de verte het kerkje van Julianadorp en vroeg naar de naam van het plaatsje. Toen de Koningin die vernam, was de wens geboren het dorp eens te bekij ken. Op de gedenkwaardige vrijdag 30 mei 1919 was het zover. Vanuit Hoorn reisde het Koninklijk paar met hun gevolg in drie auto's over Scha- gen naar Julianadorp, waar het hele gezelschap om half vier 's middags arriveerde. Loopuyt en het voltallige polderbestuur vergezeld van opzich ter Mann stonden aan de poort van de proeftuin gereed. Die tuin werd als eerste bezocht. Het gezelschap maakte een rondgang onder leiding van hoofdonderwijzer De Vries, aan wie de directie van de tuin was toever trouwd. Hij was in bezit van de tuin- bouwakte en had eerder een verge lijkbare proeftuin opgezet in Nieuwe Niedorp. Daarna bezochten Koningin en Prins de gepensioneerde kust wachter J. Duit, die vele schipbreuke lingen had gered. Natuurlijk werd de kerk niet overgeslagen. Helaas was er geen tijd meer voor een bezoek aan de kaasfabriek waar directeur J. Noor den alles voor een passend welkom in gereedheid had gebracht.24 Dit hoge bezoek is misschien wel het duidelijkste signaal dat het initiatief van Loopuyt tot stichting van een dorp in Het Koegras met succes was bekroond. Evenals zijn grootvader heeft hij zich op alle mogelijke manieren voor de ontwik keling van de polder ingezet. Hierbij kon hij steeds vertrouwen op de hulp van opzichter Hendrik Mann voor de bouwkundige aspecten. Julianadorp werd weliswaar geen onafaankelijke gemeente -Loopuyt hoopte daar op- maar het plaatsje groeide toch uit tot een kern van formaat. Vooral na 1975 ging het hard toen de gemeente 46

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 48