Het was echter voor de individuele boer ondoenlijk om uit te vinden welke cultures het beste geschikt wa ren voor de polder en hoe een tuin bouwbedrijf in Het Koegras het meest doelmatig ingericht kon worden. Dat kon in een proeftuin precies uitge zocht worden. Loopuyt speelde achter de schermen een belangrijke rol. Hij stelde een globale begroting op en won voorjaar 1910 advies in bij enkele deskundigen, de Rijkslandbouwleraar Hageloop uit Alkmaar, de tuinder en vruchtenkweker Velders uit Den Haag en polderopzichter Mann.19 Het initiatief werd goed ontvangen en leidde op 3 mei 1910 tot de oprichting van een Vereeniging tot Exploitatie van een Proeftuin te Julianadorp met een bestuur van vijf leden onder voorzitterschap van Dito. De statuten werden op 28 juli 1910 bij Koninklijk Besluit goedgekeurd. Een hele serie personen steunde de Vereeniging met renteloze voorschotten. In het eerste jaarverslag worden zij allen opge somd. Bovenaan prijken de namen van P Loopuyt (100 gulden), Van der Schalk (100 gulden) en de weduwe Loopuyt, Maria van Zwijndregt (175 gulden). Inmiddels was het van Van der Schalk gehuurde perceel voor 29 jaar in bruikleen verkregen. Najaar 1910 nam de Vereeniging de tuinman W. van Die uit Zwijndrecht in dienst die meteen hard aan het werk ging. Het bestuur belegde bovendien in de kerstweek van 1910 een vergadering van de Helderse tuinders. Daar sprak Rijkslandbouwleraar Hageloop. Hij riep de tuinders op een veilingvereni ging te stichten. Dat leidde inderdaad tot de oprichting van een dergelijke vereniging op 15 april 1911. Ook de proeftuin deed mee. In 1911 werden door de tuin maar liefst 23 verschil lende groenten op de veiling aan gevoerd. Met nog meer producten nam men proeven, onder andere met asperges.20 De Maatschap en het Dirk van Foreestfonds In november 1912 stelde directeur Loopuyt aan de leden van de Maat schap liquidatie voor. De taak die men zich had gesteld -het stichten van een dorp in de polder- was vol bracht. Hier kwam bij dat hij voor de resterende drie kavels een goede bestemming had gevonden. Het was de bedoeling die gratis aan te bie- den aan diverse besturen. Loopuyt meldde echter een betere oplossing te hebben gevonden. Hij had de kavels overgedragen aan de voorjaar 1912 opgerichte N.V. Bouwmaatschappij Juliana. Deze Maatschappij stelde zich de bouw van arbeiders- en andere woningen in Julianadorp tot doel. Er was aan de schenking wel een bij zondere voorwaarde verbonden. Het hoekperceel aan de weg moest 10 jaar lang worden opengehouden voor een postkantoor. Dit had zonder twijfel te maken met de in maart 1912 door de PTT afgegeven verzekering dat zodra Julianadorp voldoende was gegroeid, er een (hulp)postkantoor neergezet zou worden. Dat verrees in 1913. Het voorzitterschap van de woningbouw maatschappij Juliana blijkt in 1919 in handen te zijn van C. Dito en onder de bestuursleden komen we P. Loop- uyt, H.G.Th. Mann, J. van der Veer en J. de Graaf tegen. Het hoofd van de school bij Julianadorp, J. de Vries, was secretaris-penningmeester.21 De Maatschap had eind 1912 nog ongeveer 700 gulden in kas. Loopuyt had daarvoor een mooie bestemming op het oog. Het weeshuis in Huisdui nen was te klein en zocht naar geld Postkantoor hoek Schoolweg en Loopuytpark. 45

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 47