fiowieutc Het bouwterrein met reclamebord voor de bouwkavels, ca. 1909. De personen met de fietsen zijn waarschijnlijk mr. Albert An- toine Loopuyt (midden) en zijn echtgenote jkvr. Maria Elisabeth Meijer. Links hun opzichter J.C. Maters. A.A. Loopuyt was deel nemer aan de Maatschap en bezat drie pachtboerderijen in Het Koegras. RAA, AFLK inv. nr. 34. liet de jonge Pieter zich ook niet on betuigd. Na de dood van zijn vader in 1894 erfde hij diverse pachtboerderij en en werd heemraad. In maart 1905 verkozen de hoofdingelanden hem tot dijkgraaf. Loopuyt vervulde dit ambt tot april 1921. Hij legde het toen uit eigen beweging neer. Pieter overleed in 1924.3 In 1906, een jaar nadat hij dijkgraaf was geworden, kwam Loopuyt met een plan tot ontwikkeling van een dorpje in het hart van Het Koegras voor de dag. Het voorliggende artikel heeft als doel een beeld te schetsen van de organisatie, financiering en uitwerking van dat plan. Het on derzoek is gebaseerd op het archief van het door Loopuyt opgezette ont wikkelingsmaatschappijtje. Na zijn overlijden werd dat archief ingevolge testamentaire beschikking ter bewa ring aan de polder afgegeven op voor waarde dat het na de oprichting van een onafaankelijke gemeente Juliana- dorp aan die gemeente overgedragen moest worden. Zowel het archief van de polder als dat van de door Loopuyt opgerichte maatschappij is onlangs opnieuw geïnventariseerd.4 Daardoor werden nieuwe mogelijkheden ge- opend om achter de schermen van de stichting van Julianadorp te kijken. Maatschap in polderbelang Op 30 oktober 1906 stuurde P. Loop uyt een brief aan een serie familie leden en relaties waarin hij kennis gaf van een bij hem bestaand plan. Aanleiding was dat de woning met bijbehorende grond van de heer mr. H.M.C. Poortman, notaris in Schie dam, in het centrum van de polder in de hoek Langevliet-Schoolweg bij het schooltje te koop werd aangebo den. Loopuyt stelde voor om met een kleine combinatie van ongeveer 10 personen dat stuk land te kopen en te exploiteren als bouwgrond om tot de stichting van een dorpje te komen. De totale kosten begrootte hij op 4500 gulden, ofwel circa 500 gulden per deelnemer. De opbrengst raamde hij eveneens op 4500 gulden zodat iedereen zijn geld zou terugkrijgen. Winst zat er niet direct in, maar daar ging het ook niet om: 'het plan is niet opgezet met het oog op een te maken winst, doch alleen in het belang en ter bevordering van de welvaart onder de ingezetenen van den polder Het Koegras', aldus Loopuyt. Ten slotte Polderopzichter Hendrik Godfried Theo- door Mann (1850-1934). RAA. wilde Loopuyt op een of andere ma nier de naam van zijn grootvader aan het buurtje verbinden.5 Het idee van Loopuyt viel in goede aarde. Op 29 december 1906 werd bij notaris B.E. Blaise te Schiedam de stichtingsakte getekend van een 'Maat- schap...ten doel hebbende het ver- koopen van bouwgrond..in den polder het Koegras'.6 Er namen bij elkaar 12 personen aan deze maatschap deel (zie bijlage), voorzover wij konden nagaan 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 43