van de Star of Hope Mission gehou
den. Een en ander werd gefinancierd
door mevrouw Stam, weduwe van
een in Amerika rijk geworden za
kenman. Als vaste voorganger was
de 'evangelist' Adema aangesteld,
een voormalig landarbeider uit de
Anna Paulownapolder. Er waren con
tacten met de Maranathabeweging
in de Helderse Visbuurt (evangelist
H. Kraak), maar er kwamen ook
sprekers van elders onder meer uit
Amsterdam. Na de oorlog is de bewe
ging verlopen en is het evangelisatie
lokaal verkocht. Pniël, een kerklokaal
van de Gereformeerde kerk uit Den
Helder is pas in 1948 in gebruik ge
nomen. De rooms-katholieke kerk
te Julianadorp is eveneens van na de
oorlog. Het aantal rooms-katholieken
in de Koegraspolder nam sterk toe
door de vestiging van rooms-katholie-
ke bloembollenkwekers uit 'de Zuid'
(Hillegom, Lisse, Sassenheim).
Behalve centrum voor het kerkelijk
leven werd Julianadorp ook centrum
voor het verenigingsleven. Reeds in
1906 was er sprake van de oprichting
van een muziekvereniging (Kunstzin).
Daarnaast was er een toneelvereni
ging (Kunstmin). "Een uitvoering van
de muziekvereniging zonder toneel
was eenvoudig niet denkbaar".5
Toch wilde men op zomeravonden
ook wel eens een openluchtconcert.
En zo kwam er tenslotte na een groots
opgezette geldinzameling door middel
van een 'fancy-fair' een fraaie muziek
tent (1927), nog altijd een sieraad aan
het Loopuytpark.
Uiteraard kwam er een voetbalvereni
ging (1921).
Hoewel men voor de burgerlijke stand
en onderwijs (noodgedwongen) ge
richt was op Den Helder, deed de be
volking voor zover dat nodig was zelf
de meeste boodschappen in Schagen
of Callantsoog, een enkele keer zelfs
in Alkmaar. Vooral de Schager markt
dag (donderdag) was erg in trek, met
name bij de (vee)boeren.
In Den Helder had men ook nooit
zoveel op met Julianadorp. Zo kwam er
Fokveetentoon-
stelling tijdens de
viering in 1959.
Praalwagen bij het
feest van het 50-ja-
rig bestaan van
Julianadorp.
Concours hippique tijdens de viering van het jubileum in 1959.
pas in 1921 elektrisch licht en waterlei
ding. Vooral de drinkwatervoorziening
was zo nu en dan in droge zomers een
groot probleem. En dat terwijl de stad
zelf al sinds lang over een uitstekende
watervoorziening beschikte.
Bloembollenteelt
Kort vóór de Eerste Wereldoorlog
werd in het Koegrasgebied (evenals in
Breezand en de Zijpe) vanuit 'de Zuid'
de bloembollenteelt geïntroduceerd.
De eerste bollen werden geplant (in
1912) bij A. Guldemond (Lisse) aan
elkkontrql
35