Tegen de klok in linksboven: Spoorweghalte Koegras (met stilletje). Zuivelfabriek Koegras aan de Cal- lantsogervaart. Collectie Ton Slot. Melkfabriek de Vooruitgang-Koegras aan de Van Foreestweg. Collectie Ton Slot. Kaasboerderij De Eendracht aan de Kor- tevliet. Collectie Ton Slot. teneinde daar tot stichting van een kleine nederzetting te komen. Een nederzetting van handwerkslieden en neringdoenden. Timmerman Jan de Graaf was een van de eersten die zich vestigde aan het Loopuytpark. Hij werd tevens de lantaarnopsteker die de zorg kreeg voor de acht (petro- leum)lantaarns van de gemeente. En in zijn werkplaats stond in die begin periode tevens de (hand)brandspuit van de vrijwillige brandweer. Later kwam er een brandweerhuisje aan de Schoolweg. Behalve timmerwerk aan boerderijen en woonhuizen, had hij in die beginperiode ook veel werk aan reparaties van de houten watermo lentjes die veel boeren op hun land hadden staan voor een goede onder bemaling. Schilder Piet Kuit schilderde behalve woningen en boerderijen ook melk bussen, kaastonnen, boterkisten, als mede allerhande boerenwagens. Hendrik Smit, schoenmaker en zadel maker, trok door de polder om kapot te schoenen, paardentuigen enzovoort op te halen voor reparatie. Simon Petrus van Nuland ging er met ket en kar op uit om z'n textielwaren te slijten aan boeren en andere buiten lui, evenals kruidenier Maarten Noot. Ook slager Jan Blaauboer en bakker Visser deden hun ronde. Terwijl de mannen 'op pad' waren paste moeder de vrouw op de winkel. Uiteraard werden er ook brandstoffen verhan deld (D. Marees, later J. Wolthuis) en ging de dorpssmid Kossen op karwei. In het dorp vestigden zich kaas makers, melkrijders, caféhouders, schoolmeesters. Ook sjouwden er postbodes tweemaal daags door de polder. De winkeliers en ambachtslie den langs de wegen van Het Koegras kwamen overigens niet alleen uit het dorp. Ook aan de Blauwe Keet, het buurtschap De Kooy en de Friese Buurt vestigden zich na verloop van tijd verschillende handeldrijvende middenstanders. Befaamd was de ga rage van Maarten Smit aan de Blauwe Keet langs het Noordhollands Kanaal. De Friese Buurt beschikte sedert 1920 over een eigen (christelijke) lagere school (drie lokalen). Loopuytdorp, sedert 1909 Julianadorp, breidde zich snel uit. In 1910 had J.M. van der Schalk te Schiedam negen hectare grond gren zend aan het dorp gekocht teneinde uitbreiding mogelijk te maken. Twee jaar later werd de Bouwmaatschappij Juliana opgericht om woningen voor arbeiders te bouwen. Behalve 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 34