Epiloog: in groter verband
Toen het boekje van Belonje ver
scheen, was de opheffing van de
polder als zelfstandig waterschap een
uitgemaakte zaak. Reeds in 1966 was
fusie met de aangrenzende polders 't
Hoekje en Callantsoog door Provin
ciale Waterstaat aangekaart. Er vond
hierover een bijeenkomst plaats in
hotel De Wijde Blick in Callantsoog
onder leiding van ir. J.P Heijligers.
Dijkgraaf G. Sleutel voelde er hele
maal niets voor. Het ging volgens hem
vooral om het vinden van een oplos
sing voor de in slechte staat verkeren
de wegen in Callantsoog. Het Koegras
kon er financieel alleen maar aan
verliezen. Ook de andere twee polders
hadden geen animo voor fusie en het
hele plan stierf een zachte dood.
Eind jaren zestig begonnen GS echter
ernst te maken met de waterschaps
concentratie. In 1969 zette het college
een nieuwe koers uit waarbij dwang
niet langer werd uitgesloten. Met het
aantreden van gedeputeerde J. van
Dis Hzn. in 1970 kwam er schot in
de zaak. Van Dis presenteerde in mei
1972 een nota waarin hij aangaf toe
te willen naar slechts negen water
schappen in de complete provincie.
De gedeputeerde lichtte zijn plannen
persoonlijk toe tijdens een grote bij
eenkomst in zaal Igesz te Schagen op
2 augustus 1972. Van Dis en de polder
Het Koegras bij monde van secretaris
penningmeester J.J. Brugman stonden
in het debat lijnrecht tegenover elkaar.
Van Dis wilde toe naar een grote
concentratie die de hele Noordkop
besloeg. De voordelen daarvan waren
volgens Brugman onduidelijk, maar
wel zou het veel duurder worden.
Het was de polders tussen Callants-
oog en Den Helder evenwel volkomen
duidelijk dat nu aan concentratie niet
te ontkomen viel en zij zochten snel
onderling contact. Op 9 januari 1973
vond een eerste overleg tussen de be
sturen van de polders Callantsoog, 't
Hoekje, Huisduinen en Het Koegras
plaats. De vier dijkgraven kregen
opdracht de mogelijkheden te onder
zoeken. Zij verzochten op hun beurt
aan de gemeenschappelijke secretaris
penningmeester Brugman alles op een
rijtje te zetten. Een en ander leidde tot
een gesprek met Van Dis op 6 febru
ari 1974 te Haarlem. Daar kwam het
viertal met het voorstel voor de dag
samen te gaan als "een bijdrage om te
beginnen". Van Dis verklaarde bereid
te zijn een dergelijke fusie in de Sta
ten te verdedigen, mits die niet werd
beschouwd als een eindfase, maar
als een tussenstap naar een grotere
concentratie. Hoewel de polders daar
heel anders over dachten, maakten ze
geen problemen. Brugman verklaarde
naderhand in de krant "Wat is nou
een eindfase. Dat weet je toch nooit".
Het resultaat was dat de polders Cal-
lantsoog, 't Hoekje, Huisduinen en
Het Koegras in 1975 opgingen in het
Waterschap Koegras.
Inderdaad was het nieuwe waterschap
geen lang leven beschoren. De fu-
sietrein reed door en in 1980 gingen
alle resterende waterschappen van
het vasteland van de Noordkop met
uitzondering van het Heemraadschap
Wieringermeer en het Waterschap
Texel samen in het Waterschap De
Aangedijkte Landen en Wieringen.
Dat fuseerde op zijn beurt in 1993
met 'Texel' en 'Wieringermeer' tot het
Waterschap Hollands Kroon. Op 1
januari 2003 werd met de oprichting
van het Hoogheemraadschap Hol
lands Noorderkwartier de huidige
situatie bereikt. Als zelfstandig water
schap is Het Koegras dus al ruim 30
jaar verleden tijd, maar de polder zelf
bloeit als nooit tevoren.
Diederik Aten
maar de polder zelf bloeit als nooit
tevoren
Uitzicht vanaf de "Kijktoren Mari-
endal" (bij Donkere Duinen) op de
Koegraspolder anno 2009.