Reeds in de 17e eeuw werden er plan
nen ontwikkeld om het gebied te
bedijken, maar tot tastbare resultaten
leidden die niet. Pas aan het begin
van de 19e eeuw werd de bedijking
daadkrachtig aangepakt en wel door
het Rijk. Bij wet van 28 januari 1817
werd besloten tot inpoldering van
staatswege. Dit stond in verband met
de aanleg van het Noordhollands
Kanaal van Amsterdam naar Den
Helder waartoe twee jaar eerder was
besloten. Het nieuwe kanaal door
sneed Het Koegras. Inpoldering van
de ten westen van het nieuwe kanaal
gelegen gronden lag voor de hand.
Men wilde de kosten van de bedijking
dekken uit een lening en de verkoop
van het land. De zanderige bodem
van de nieuwe polder was echter erg
arm en bovendien bleek al direct
dat de kosten de eventuele baten ver
overtroffen. Tot de voorgenomen
verkoop kwam het hierdoor niet. Het
hele beheer van de bijna 3.900 hectare
grote polder werd in 1823 in handen
gelegd van het Amortisatie Syndicaat.
Dat liet onder andere 25 pachtboerde-
rijen in Het Koegras bouwen. In 1836
kwam er bovendien een schooltje in
de polder.
Jhr. mr. Cornells van Foreest (1816
1875).
In 1849 vond alsnog de openbare
verkoop van Het Koegras plaats. De
liberale doorbraak onder leiding van
Thorbecke in 1848 zal hierbij zeker een
rol hebben gespeeld. De dominante
opinie was nu dat het niet direct taak
van de overheid was om enorme do
meinen als Het Koegras te exploiteren.
De veiling vond plaats te Alkmaar, eerst
bij opbod op 22 oktober 1849 en daarna
bij afslag op 6 november. Het hoogste
bod -676.000 gulden- kwam van jhr.
mr. Cornelis van Foreest. Inclusief di-
verse kosten kwam de koop op 689.951
gulden. Van Foreest verklaarde op 7
november te hebben gehandeld namens
zijn schoonvader mr. Pieter Loopuyt.
Hij was zeker niet over één nacht ijs
gegaan en had Het Koegras van tevo
ren laten onderzoeken om een beeld te
krijgen van de toestand van de polder
en de exploitatiemogelijkheden.
P. Loopuyt liet het beheer van zijn
nieuwe bezit over aan Van Foreest, die
zich liet bijstaan door de administra
teur J. Swerver, opzichter van Rijks
waterstaat in Alkmaar. De nieuwe ei
genaar pakte de verdere ontwikkeling
van Het Koegras krachtig aan. Eind
1852 waren onder andere de volgende
werken uitgevoerd:
- de bouw van 19 grote stolpboerde
rijen;
- de aanleg van nieuwe hoofdvaar
ten -de Callantsogervaart, de Mid-
delvliet, de Schoolvaarten en de
Doggersvaart- ter verbetering van
de waterhuishouding en de infra
structuur;
- de aanleg van scheisloten tussen de
percelen;
- de verbouwing van de twee duikers
op het Noordhollands Kanaal tot
schutsluizen;
Verbouwing
van de sluls
aan het eind
van de Dog
gersvaart
tot duiker in
1929. Regio
naal Archief
Alkmaar,
archief polder
Het Koegras
inv. 265.
16