zeegraspercelen in het
noordelijk deel van de
Zuiderzee werden toen
door de Domeinen in Den
Helder verpacht. Vanaf de
jaren 1890 begon het ver
val in de handel in zeegras
door de opkomst van an
dere vulstoffen als kapok,
alpengras, mos, houtwol
en goedkoper buitenlands
zeegras. Daarbij wreekten
zich ook de hoog opge
voerde pachtprijzen, zodat
er uiteindelijk niets meer
in de wiermaaierij te ver
dienen was.
Voedselgebieden
Door het verdwijnen in de jaren
1930 van het zeegras uit de Wad
denzee kwamen niet alleen de laatste
wierbedrijfjes in de problemen, maar
deed zich ook een kleine natuurramp
voor. Zeegras was van grote invloed
op het leven van diverse zeedieren,
het dempte de waterbeweging en de
bladeren reduceerden overdag over
matige belichting. Daarnaast stabi
liseerde zeegras het bodemsediment
door verankering van de wortels.
Zeegrasvelden vervulden dan ook
verschillende functies waaronder die
van kraam- en kinderkamer voor
veel vissoorten. Daarbij dienden bij
laagwater de drooggevallen velden als
belangrijk voedsel- en rustgebied voor
zeehonden en vogels. Rotgansen, af
komstig van de toendra's in het noor
den van Siberië, overwinterden zelfs
op de zeegrasvelden. Na het verdwij
nen van het zeegras gingen de vogels
op zoek naar ander voedsel waaron
der het gras van de weidegebieden
achter de dijken. Tot wanhoop van de
veeboeren. Als maatregel hiertegen en
ter bescherming van de vogelsoorten
zijn er langs de kust, onder andere op
Texel, Wieringen en in Den Helder,
grote stukken voedselrijk grasland
als vogeloverwinterplaats geschikt
gemaakt.
Zeegras terug op Balgzand
Vanuit ecologisch oogpunt is Rijks
waterstaat al jaren samen met andere
instanties actief om plantengroei als
het groot zeegras in het westelijk deel
van de Waddenzee terug te krijgen. Na
vele jaren van voorbereidend onder
zoek loopt vanaf 2002 een herintro
ductie-experiment van groot zeegras
op het Balgzand tussen Spui Oostoever
en vijf kilometer zuid-oostwaarts tot
vijfhonderd meter het wad op, aldus
de projectleider van Rijkswaterstaat
van Directie Noord-Holland ing. M.
van Wieringen. "In 2003 en 2004 is
het aanplanten van jonge zeegrasplant
jes, afkomstig van de Eemsmonding,
goed verlopen. De zaadvorming en de
kieming het er op volgende voorjaar
(dus in 2004 en 2005) verloopt niet zo
succesvol. De vorm van groot zeegras
waar de herintroductie op is gericht is
namelijk een eenjarige plant en moet
ieder jaar dus weer uit zaad opgroei
en. De groeiomstandigheden blijken
er minder goed te zijn dan we hadden
verwacht en we zijn aan het speuren
naar de oorzaak hiervan. Er zijn ook
goede berichten te melden van het
Balgzand: sinds 1999 blijkt zich er
reeds een kleine populatie groot zee
gras ten zuiden van Spui Oostoever te
handhaven. In wisselend aantal zijn
van deze populatie de afgelopen jaren
planten op het wad gevonden buiten
wiervangst
de aanplantlocaties (in 2003 ca. 800
plantjes!). Dit veldje dankt zijn bestaan
aan aanplant- en uitzaai-experimenten
uitgevoerd in 1998 en 1999. Het suc
ces van het recente herintroductie
experiment is dus vooralsnog niet zo
groot (je weet niet wat de komende
jaren gaan brengen). Aan de andere
kant zijn er interessante ontwikkelin
gen gaande op het Balgzand, met als
resultaat dat soorten zeegras zich op
kleine schaal weer op het Balgzand
hebben gevestigd", aldus ing. M. van
Wieringen.
Rens Schendelaar
Bronnen
Den Helder ze noemden je vroeger Nieu-
wediep, Gus H. Van Heusden, 1975
Uit de geschiedenis van Den Helder, arti
kelserie, Gus H. Van Heusden
Helder en Nieuwedieper Courant, jaar
gang 1877
Register van vergunningen Heldersche
Zeewering (archief HHV).
NIOZ Texel, Waddenbieb (internet),
Rijkswaterstaat, Alterra Texel,
Katholieke Universiteit Nijmegen.
Met dank aan:
Ing. M. van Wieringen, projectleider
Rijkswaterstaat, Directie Noord-
Holland.
Mevr. J. Vastenouw infodesk BHD.
87