derlijke situatie gebruik om met de
buurtvriendinnen touwtje te springen.
Wisten wij veel.
Maar eng was het toch wel. Er stond
een zekere meneer Vermeer, die ik
altijd als onaantastbaar beschouwde,
te huilen tegen mijn vaders schouder.
Vader in lange onderbroek moeder die
aan iedereen vroeg, tot grote ergernis
van vader, of de oorlog nu uitgebroken
was. Dan ging ze alles inpakken. Toen
mijn vader het verlossende woord
sprak dat dit nog geen oorlog beteken
de, ging iedereen weer naar binnen,
mijn moeder bleef op, je wist het maar
nooit. Ik denk dat ze verwachtte ieder
moment een Duitser de straat in te
zien komen, met alle gevaar van dien.
10 mei brak de oorlog uit. Midden
in de nacht hoorde je opeens geronk
van vliegtuigen vanaf De Kooy. Weer
iedereen de straat op. Maar dit was
anders. Echt bedreigend. Dat vrese
lijke geluid van bommen en afweer
geschut. Iedereen was in paniek. De
wildste verhalen deden de ronde. De
haven brandde. De Kooy, marinebo-
ten vertrokken naar Engeland enz.
enz. Ik moest naar Opoe - ik was haar
naamgenoot en dat heb ik geweten -
om te kijken hoe het daar was. Vader
"De haven brandde...". Brand op de Rijkswerf op 21 juni 1940 (Beeldbank HHV).
ging naar de drukkerij, hij had een
leidinggevende positie. Maar het was
eigenlijk levensgevaarlijk. Den Helder
brandde aan alle kanten. En dit was
maar het begin.
Opoe en Opa waren doodsbang.
Hitier kwam er aan. En hij had het
op Den Helder voorzien, want dit
was een marinehaven! Opa was in
paniek want hij wilde alleen mee met
zijn medailles op die hij vanwege zijn
20-jarig dienstverband als soldaat op
Atjeh had vergaard. Hij kon ze niet
vinden en Opoe schold op Hilter,
die ons dit alles midden in de nacht
aandeed. Eindelijk gingen we met een
oude koffer, volgestopt met 'belang
rijke dingen' op weg naar mijn ouders
die veilig woonden, dachten we.
Daar was het een toestand. Mijn
vader was inmiddels tot 'blokhoofd'
benoemd. Hij moest, indien nodig,
een evacuatie regelen van de mensen
Juni 1940. Vanuit
de stad is de brand
op de Rijkswerf
goed te zien
(Beeldbank HHV).
77