13. Jan en Jeanne Krijgsman zijn 'bevlogen' tonelisten
De nu 74-jarige Jan Krijgsman is al
van piepjong af aan een 'bevlogen
theaterman en tonelist. Die type
ring is echter ook van toepassing op
Jans echtgenote: Jeanne Hopman.
Wegens hun verdiensten voor to
neel en theater werd het echtpaar
Krijgsman enkele jaren geleden te
gelijk koninklijk onderscheiden door
hun benoeming tot lid in de Orde
van Oranje-Nassau. Momenteel
regisseert Krijgsman 'Lou Bandy de
Musical', geschreven door Ruud van
Ling.
De vier 'Krijgsman-meiden'
Hun dochters Bianca, Jessica, Katinka
en Erica volgen, elk op eigen wijze,
de artistieke sporen van hun ouders.
Van de vier 'Krijgsman-meiden' heeft
cabaretière Bianca zelfs de status
van Bekende Nederlander (BN) be
reikt. Zij is getrouwd met cabaretier
Diederik van Vleuten, die op zijn
beurt een duo vormt met cabaretier
Eric van Muiswinkel.
Bianca Krijgsman is de helft van het
duo 'Plien en Bianca' dat destijds als
Waai, samen met de al even lijzig
sprekende Postbode, onder de vlag
van de VPRO voor jong - en oud!
- leuke (kinder)televisie maakte. Ze
reist alle schouwburgen succesvol af
met haar programma 'Wie dan al
lemaal En ze doet straks ook weer
mee met de opnames van 'Het schaap
met de 5 poten'.
Ook bij Bianca's zussen viel de ap
pel niet ver van de ouderlijke boom.
Jessica is moeder van een twee
ling en speelde ook toneel. Katinka
volgde in Utrecht de opleiding aan
de Hogeschool voor de Kunsten en
is werkzaam als toneelkostuumont
werpster én als fotografe. En Erica
volgde de opleiding aan de School
voor de Journalistiek en werkt in dat
boeiende vak als tekstschrijver samen
met Katinka. Ze schrijft artikelen voor
tijdschriften en werkt voor de NCRV
mee aan verschillende programma's,
waaronder 'Schepper naast God' en
'Missers'.
Helders verenigingsleven in
mineur
Slagerszoon Jan Krijgsman is oud
onderwijzer en oud-schoolbegeleider.
Behalve dat was hij in het verleden, in
zijn vrije tijd, 'n fervent amateur-to
neelspeler én (toneel)regisseur. Op de
eerste plaats in de gelederen van het
Helders R.K. Toneel, maar ook voerde
hij bij andere toneelgezelschappen de
gastregie, onder meer bij de Officieren
Toneel Vereniging. Krijgsman stelt
in algemene zin vast, dat het vereni
gingsleven in Den Helder zich tot op
zekere hoogte in mineur bevindt. Zijn
oordeel toespitsend op het 'wereldje'
van het amateur-toneel constateert
hij, dat er door het vertrek van jon
geren uit Den Helder - onder meer
vanwege studie of door het accepteren
van een baan elders - nog steeds ver
schraling van het locale verenigingsle
ven plaatsvindt.
Krijgsman zegt: "Jongeren die in
Amsterdam of in Utrecht gaan stude
ren, willen daar toch zoveel mogelijk
op kamers wonen. Dat heb ik met
mijn eigen dochters ook meegemaakt.
Maar voor het Helderse verenigings
leven ben je hen wel kwijt. Niet alleen
toneel-, maar ook sportverenigingen
schijnen erg veel last van die ont
volking te hebben. Er is, dunkt mij,
sprake van een tendens. Als clubs qua
ledenverlies een aderlating ondergaan,
dan zoeken wegtrekkende jongeren
toch ergens anders hun heil. Door de
afbraak van hun eigen club blijven er
elders clubs in leven, omdat ze daar
bijvoorbeeld als gastacteur gaan spe
len. Maar de bloei van de vereniging
die ze achterlaten raakt daardoor
een beetje op. De katholieke toneel
club bestaat allang niet meer. En van
T.A.V.E.N.U. horen we ook nooit
meer iets."
Rol in eerste grote toneelstuk
Die zonovergoten maartochtend in
2006 maakt ook Jan Krijgsman deel
uit van het groepje (oud-) toneel
spelers dat zich in de huiskamer van
de familie Van Geest in Nieuw Den
Helder heeft verzameld. Krijgsman
zegt: "Ik betrap me er zelf op, dat ik
een heleboel dingen uit het verleden
niet meer zo goed weet, omdat ik op
toneelgebied zoveel heb gedaan. Het
kan natuurlijk ook aan mijn leeftijd
liggen. Ik heb altijd met heel veel
plezier geregisseerd. In het begin wist
ik bijvoorbeeld niet hoe ik het repe
titielokaal van OTV moest bereiken,
want vroeger kwam je nooit op de
Nieuwe Haven. Je moest dan de Vice-
Admiraal Doormanbrug over en op
een bepaald moment bij het wacht -
hokje rechtsaf en dan kwamen we bij
het gebouw 'Swaan', waarin op de bo
venste verdieping werd gerepeteerd."
Het eerste grote toneelstuk, waarin de
piepjonge Jan - onder regie van kape
laan Dekker - meespeelde, droeg als
titel 'Het Miraculeuze Lieve Vrouwke
en het schamele Straatzangertje' dat,
ter gelegenheid van het 25-jarige
priesterjubileum van deken/pastoor
A.H. Harst, in 1948 in het Casino zes
keer over het voetlicht werd gebracht.
"Ook ik kreeg toen uit dankbaarheid
van de deken een missaal ten ge
schenke", vertelt Krijgsman: "Vroeger
was het ook zo, dat de pastoor en de
kapelaan als censors het stuk lazen
en als er, bijvoorbeeld, teveel in ge
zoend werd, moesten we een ander
stuk spelen. Zo ging dat in die tijd,
tot ver na de oorlog. Nu denk ik wel
eens bij mezelf: wat zijn we toch door
veel dingen geïndoctrineerd geweest.
Daarom denk ik vaak aan de mo
hammedaanse wereld. Daar gebeurt
vandaag precies hetzelfde als vroeger
bij ons in de katholieke wereld. De
vrouwen met hun bedekte hoofden
links in de kerk en de mannen met
hun onbedekte hoofden aan de rech
terkant."