tent in het midden stond werd ook dikwijls bezocht. Maar nog meer het 'Kegelhuis' dat er vlak bij lag. Mijn moeder ging er vaak te dansen, hoe wel ze dat eigenlijk niet mocht. Als dan zondagsavonds muziek in de tent ten gehore werd gebracht, werd men geacht om tijdens het spelen stil te blijven staan om zo van de muziek te genieten. Oma en opa II stonden zo ook eens te luisteren en uit het Kegel huis, waarvan de deuren wijd open stonden vanwege het mooie weer, klonk uiteraard ook muziek. Oma die met haar rug naar het Kegelhuis stond vond dat een beetje hinderlijk zo van twee kanten muziek en draaide zich geërgerd om. En oh, heremijn tijd daar zag ze mijn moeder over de dansvloer zwieren. Later toen ze haar daarover aansprak zei ze: "Meid je kon wel een ei in mijn gat gaar koken, zo benauwd was ik dat die ouwe zich om zou draaien". Mijn moeder, onbewust van dit alles, danste er lustig op los. Toen de mu ziek stopte in de tent, troonde oma opa direct mee. Hij was inderdaad in staat haar zo van de dansvloer te sleuren Die drie plekken, de buitenkant, het Ankerpark en het plantsoen hebben een belangrijke rol gespeeld in het leven van mijn moeder. Jaren later toen ze in Nederlands-In- dië verbleef met man en kroost, dacht ze vaak aan haar geliefd Den Helder. Ze schreef vele brieven aan familie en vriendinnen. Die hebben er dikwijls om moeten lachen als ze in haar brie ven lazen dat ze zo graag op de dijk zou willen wandelen. Hier raasde dan een vliegende storm en het was bitter koud, de mensen zaten liever achter de kachel. Toen ze terugkwam waren haar verwachtingen hoog gespannen. Dat is toen een beetje tegengevallen allemaal. De mensen hier hadden hun eigen sores en bovendien was Den Helder niet ongeschonden uit de strijd gekomen en was zwaar gebom bardeerd. Vele lieflijke plekjes zagen er anders uit. Ze heeft er vele jaren later een gedicht over geschreven en dat vind ik door z'n eenvoud ontroe rend mooi en bovendien nog steeds actueel. Velen zullen dat beamen, veronderstel ik. Ze had er twee titels voor bedacht en vroeg mij welke ze zou nemen. Samen hebben we toen voor "Weemoed" gekozen. weemoed Toen ik terug kwam uit Japanse tijd En ik zag Den Helder na de strijd Toen dacht ik wat is jou overkomen Is dit het stadje van mijn dromen Waar ik altijd zoveel van hield Zo harteloos en wreed vernield Nu is er wel veel opgebouwd Maar het is niet meer zo vertrouwd En 't slopen gaat ook steeds nog door Er ging al zoveel moois teloor Het zal wel de vooruitgang zijn Maar 't doet een Nieuwedieper pijn 't Vertrouwde eigen om je heen Dat langzaamaan voorgoed verdween Het Ankerpark met bomen oud Wat werd je zakelijk en koud De Buitenkant, plek van mijn jeugd Is ook niet meer een bron van vreugd En dan 't plantsoen zo lieflijk toen Waar is gebleven al dat groen Ik zeg heel zacht want 't doet me zeer Je bent mijn Heldertje niet meer F.J. v.d. Spek-Goudswaardt) J. Ambriola-Zagt. Het Kegelhuis van Burger aan de Prins Hendriklaan (beeldbank HHV). 151

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2008 | | pagina 49