eerste auto zou hij ook voorzien van dit logo. Het gezin Van der Eijk is wars van moeilijke discussies: het gebeurt ge woon, of het nu gaat om de bedrijfs naam, of om grote of kleine transacties. Een vaste klant is de Van Houten fabriek: de chocoladerepen zijn ver pakt in doosjes die voor 5 cent bij de winkeliers worden bezorgd, ook in Oud-Den Helder. Vader weet ook de Koninklijke Mari ne als klant in de wacht te slepen. Op weg naar de West weten onze Jannen een mok melk best te appreciëren. Het moet wel bewaarmelk zijn zonder klonten, en die betrekt Andries als gehomogeniseerde melk van een zui velfabriek. Inmiddels zijn paard en wagen ver vangen door vrachtauto's. Kleine bo des uit de omgeving van Den Helder vinden meer en meer hun weg naar Van der Eijk. Grotere, zoals De Blau we Expres die de goederen vervoert tussen Amsterdam en Den Helder, volgen. Dit Amsterdams bedrijf huurt zelfs een garage van Van der Eijk. Het pakhuis heeft maar liefst drie zolders. Alle inkomsten zijn meege nomen! Op die zolder trainen in de winter ook de voetballers van HRC. Leiding geeft de Engelse oefenmeester mister Leavy die bij het uitbreken van de oorlog naar zijn vaderland gaat. De trainer heeft een betaalde baan. Na '45 keert hij terug. Het pakhuis ligt ideaal voor vervoer per schip. Voordat de firma Esona naar het Molenplein verhuist, huurt zij het kantoortje aan het pakhuis. Esona vervoert goederen én passa giers van en naar Alkmaar en Am sterdam. Moeder Van der Eijk, en heel zelden vader, gaan wel eens met de kinderen een dagje naar Alkmaar. Van daar bezoeken zij en passant te voet Bergen en Schoorl. Moe en met blaren stappen zij in Schoorldam op voor de terugreis. De opening van de Afsluitdijk in 1932 brengt nieuwe mogelijkheden met zich. Het is de Julianadorper Klaas Zon die een bodedienst krijgt op Gro ningen. Hij brengt kaas uit het Koegras, en haalt allerhande spullen (en ook wel eens de eerst gebrachte kaas: handel is handel). Komt dat even goed uit. In Groningen woont de familie van moeders kant, de familie Everaarts. In schoolvakanties rijden zij wel eens mee. Tijdens zo'n rit zal Ab hebben gedroomd van een eigen bodedienst op Friesland en Groningen. Eerst is daar echter nog de Tweede Wereldoorlog die maatschappij en gezinslevens volledig ontwricht, ook die van de familie Van der Eijk. In het begin is er nog zoiets als een sociaal gebeuren. Voor jongeren is wel iets te regelen. De bovenste zolder is zelfs een poosje in gebruik als danszaal. Tot het moment waarop alle danslus- tigen mee moeten naar het politiebu reau; samenscholing is verboden. Het loopt met een sisser af. In 1943 komt de klap: Albert moet werken in Duitsland. Er breken moei lijke tijden aan. Vader neemt het werk van Ab over en bezorgt de goederen in de stad. Weer met de handkar, want banden voor de bakfiets zijn nergens te krijgen. Gerda, amper 14 jaar, neemt de bedrijfsadministratie van vader Andries over. Haar werk terrein is het kantoortje, gebouwd aan het pakhuis aan de zijde van de Westgracht. Het kantoortje is te be reiken door de hoofdingang, waarin de oorspronkelijke kerkdeuren nog zitten. Vanuit het pakhuis moet dan de zijdeur, 'de glop', worden genomen. Boven het kantoortje is jaren later een groot naambord aangebracht met de tekst 'Van der Eijk's transport en ver- voercentrale'. In de jaren '90 duikt het bord op boven de tap van 'De Pion', in die tijd een café in de watertoren. Terug naar Gerda. Met de hand schrijft zij dagelijks ellenlange lijsten voor de verschillende bodediensten: wat komt van wie, en voor wie is het bestemd. Zelfs de prijs bepaalt zij, en niet met een tarievenlijst in de hand, of contract. Dat gebeurt 'op het oog'. De prijs van bezorging van een stoel in Anna Paulowna is bijvoorbeeld ƒ1,50. Bij de bodes geen gemor, soms een licht "Het mag wel wat meer zijn". Na de oorlog, als ook het noorden is bevrijd, komt Ab met een trans port lotgenoten op een zondag in juli '45 terug in Den Helder. Na de capitulatie is hij van Hannover naar Limburg gelopen waar hij onderdak vindt bij een bakker. Albert is ziek. Na vele doktersbezoeken is de diagnose uiteindelijk tuberculose. Voor zijn genezing gaat hij naar sanatorium Van der Eijk's Expeditie (Fotoarchief Albert Vermeulen). 140

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2008 | | pagina 38