gracht, is vol met uitdagingen. Af en toe zet een slager de kleine Adriana voor een ritje op een varken; zij is niet bang uitgevallen. School 7 staat op een steenworp af stand. Brave kinderen in die tijd; heel soms lopen zij, voordat de schoolbel klinkt, even naar de dijk. Om dan, als de bel heeft geklonken, hijgend en te laat in de bankjes te wippen. Op 3 december 1935 - Gerda is 6 jaar - valt 's middags tegen half drie het licht uit in de school. De kinderen, een dertig in getal, moeten de school verlaten. De elektriciteitstoring is een gevolg van de enorme brand die de winkel van Van Willigen aan de West straat in de as legt. Van der Eijk's Expeditie en Vervoercentrale (op de achtergrond de voormalige Evangelisch Lutherse kerk) (Fotoarchief Albert Vermeulen). en bedrijven maken gebruik van het bodehuis. Vaak levert Andries de pakketten en voorwerpen af op de plaats van be stemming; met de handkar doorkruist hij heel Helder. Gestaag breidt het be drijf uit. Uiteindelijk worden de dor pen tot aan Schagen bediend: Callants- oog, Groote Keeten, Breezand, Anna Paulowna, Wieringerwaard, Wester- land, Hippolytushoef, Den Oever. In 1928 koopt Andries het graan- en meelpakhuis van de firma Witsenburg uit Amsterdam, met pastorie, op een openbare veiling. Witsenburg kocht de voormalige Evangelisch Lutherse kerk in 1881, na bijna 25 jaar in ge bruik te zijn geweest als godshuis. De talrijke Helderse slagers kopen slachtvee bij boeren en op markten. Tot het moment waarop hun tijd is gekomen, staan veel beesten op stal bij Van der Eijk. Jarenlang zijn de kinderen van School 7 en de Reho- bothschool erg rumoerig als eens per week het zogenaamde varkensbootje afmeert. De varkens, rond de 20, worden aangevoerd via het Noord hollands en het Helders kanaal. Vanaf een loopplank worden zij naar het De eerste auto, met Zwaluw (Fotoarchief Albert Vermeulen). pakhuis gedreven. De straat is afge zet met hekken. Het verblijf van de beesten daar is goed, maar kortston dig. Pas echt feest is het als een van de varkens weet uit te breken! Na de oorlog maken de bootjes plaats voor het wegvervoer. Op zondag als de boeren ter kerke gaan, stallen zij hun paard met koets bij Van der Eijk. Andries en Gerrechien krijgen 5 kin deren: Adriana (1920), Albert (1924), Gerda (1929), Andries (1930) en Bas (1936). Een fantastisch stukje stad om als kind op te groeien. Het pakhuis, ge legen aan de Molenstraat en de West- Het is niet alleen spelen. Al op jonge leeftijd steken zij de handen uit de mouw. De jongens helpen vader, en de meisjes moeder. Dagelijks doen zij boodschappen: bij kruidenier Buter of Buis, het winkeltje van vrouw Kiljan, de paardenslager, en bij vaders favo riete slager Dijkshoorn, voor 2 pond dik vetspek. Ab leert het uitventen snel. Met de bakfiets rijdt hij door de stad. Zijn eerste bedrijfslogo is een zwaluw: het vogeltje komt van de rand van een metalen schaal. Moeder naait het op zijn petje: De Zwaluw is geboren. La ter doet reclameschilder Frans Neijts de zwaluw prijken op de bakfiets; de 139

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2008 | | pagina 37