Buiten de vereniging veroorzaakte haar geboorte namelijk groot onge noegen bij de al bestaande katholieke toneelvereniging Excelsior, die een onderafdeling was van de toen nog bestaande R.K. Volksbond. De 'excel- siorianen' vreesden niet ten onrechte concurrentie. Om dat binnen de per ken te houden, vaardigde het Excelsi- orbestuur richtlijnen uit, waaraan het bestuur van de jonge vereniging zich diende te houden. Een soort van dic taat dus, dat echter niet werd 'gepikt'. Binnen de club rommelde het ken nelijk 'oorverdovend'. Uit het bewaard gebleven kort verslag van de vergade ringen van het toneelgezelschap vanaf de oprichting tot en met donderdag 24 oktober 1929, op de avond waar van men weer vergaderde blijkt, dat het bestuur, bestaande uit voorzit ter B. Zoon, secretaris I. Wittelaar, 2de secretaris mej. K. Wittebrood, penningmeester Van de Zwaan en bibliothecaris C.H. Wols, zijn premi ère beleefde door voor de eerste keer voor het tableau de la troupe aan te treden. Bij de lezer van dit kort verslag rijst dan de prangende vraag: wat heeft zich intern afgespeeld na afloop van de vergadering en de daarop volgende dag, vrijdag 25 oktober 1929, op de avond waarvan het toneelgezelschap weer, nu in de bovenzaal van de R.K. Volksbond, in vergadering bijeen kwam? Evenwel niet onder leiding van voorzitter Zoon, maar nu onder regie van de plotseling op het toneel verschenen voorzitter J.D. Mahieu, terwijl het uitgedunde bestuur werd gecompleteerd door J. Wols als secre taris en C. Wols als penningmeester. Uit de notulen van deze, voor de buitenstaander, merkwaardige bij eenkomst, tijdens welke blijkens de notulen kennelijk met geen woord over 'de gerezen moeilijkheden' werd gerept, dit citaat: 'Na de gebruikelijke opening (Christelijke groet) door de Voorzitter deelde deze mede, dat in verband met de gerezen moeilijkheden het heele bestuur vrijwillig aftrad. De Voorzitter stelde zich niet meer herkies baar, terwijl de Heer Wittelaar wegens drukke ambtsbezigheden genoodzaakt is zijn functie onvoorwaardelijk neer te leggen en bij een eventueele benoeming af te wijzen. De Heer C. Wols maakte bezwaar tegen zijn benoeming vanwege vrees voor familieregering'. De verga dering voelde deze moeilijkheid niet als geldig voor weigering aan, weshalve de HeerC. Wols zijn functie aannam.' De competentiestrijd tussen de pas opgerichte toneelvereniging en Excel sior werd, dankzij het diplomatieke optreden van geestelijk adviseur kape laan De Groot, beslecht. Door diens interventie kwam men op de avond van donderdag 24 oktober 1929 al snel tot een vergelijk. Dat wil zeggen: het bestuur van de R.K. Volksbond bond in, met als gevolg een compro mis: het nieuwe toneelgezelschap koos tegen betaling een ruimte in het Casi no als repetitielokaal. En kapelaan De Groot? "Zijne Eerwaarde nam tevens zeer gaarne de censuur van de nieuwe vereeniging op zich", zo notuleerde secretaris-voor-enkele-uren I. Wittelaar het in zwierig handschrift in het nog goed leesbare notulenboek. (Wittelaar gebruikt in zijn geschrift het woord 'censuur'; hij bedoelt natuurlijk cen sorschap - jb), Het allereerste toneelstuk (in drie be drijven) dat door R.K. Gemengd To neel op het repertoire én op de plan ken werd gezet, droeg als titel 'Zijn Revanche'. 'De vraag 'wie tot regisseur te benoemen bleef nog geruime tijd onbeantwoord. Het is den Voorzitter echter mogen gelukken den Weledelen Heer Groenewegen als zoodanig aan ons gezelschap te verbinden. Moge er altijd een prettige en aangename sa menwerking blijven bestaan tusschen regisseur en leden, maar bovenal tus schen bestuur en regisseur! Moge de nieuwe vereeniging tot grooten bloei geraken en den leden een spoorslag zijn hoogstaande kunst te geven', boek staafde Wittelaar beeldend. Tijdens de vergadering van maandag 15 september 1930 werd bekend, dat de toneelvereniging zich had aange sloten bij het Comité (later: Vereni ging) 'Katholiek Den Helder' dat als doelstelling heeft 'het bevorderen van de goede gang van zaken tussen de verschillende verenigingen in het be lang van heel Katholiek Den Helder.' Vrijdag 15 mei 1931 werd een bespre king gewijd aan wat secretaris Wols in zijn notulen 'de kwestie-Kath. Den Helder (KDH)' noemde. Deze had betrekking op de rechtspersoonlijk heid van de toneelvereniging. KDH had haar namelijk verzocht zich in verbinding te stellen met muziekver eniging 'Winnubst' om mogelijkhe den tot samenwerking tussen beiden na te gaan.'Hef bestuur heeft deze kwestie reeds behandeld en staat er af wijzend tegenover. Onze leden zijn het daarmee eens en zien ook liever eigen zelfstandigheid', aldus de notulen. Vrijdag 24 juli 1931 was er een hoofd rol weggelegd voor kapelaan (pater) Ligthart, die al eerder kapelaan De Groot als censor van de vereniging was opgevolgd. De kapelaan liet de vergadering weten overleg te hebben gevoerd met de vlootpastoor over het toelaten van zeemiliciëns (dienst plichtigen) op donateursavonden van de vereniging. Pater Ligthart deelde mee, dat hem in het onderhoud met de vlootpastoor was gebleken, dat dit zeer moeilijk uitvoerbaar is en 'dat we dit voorlopig maar moeten laten rusten.' Belangrijk tijdens vergaderingen van de toneelvereniging was niet alleen 'de opening met de christelijke groet', maar ook de ballotage van nieuwe le den. Wie meentdat iedereen die zich als aspirant-lid aanmeldde, ook met luid gejuich werd ontvangen, vergist zich. Zo hadden de dames Mahieu en

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2008 | | pagina 8