meestal geen prijs op werd gesteld. En zo kon je vaak met een rode zak doek vol scharren of toters naar huis gaan. De toters werden schoon ge maakt, in het zout gezet en later in de azijn. De scharren ondergingen het zelfde lot, maar die werden gebakken of aan de lijn te drogen gehangen. Die gedroogde scharren knipten we met de schaar aan repen en werden zo bij het brood gegeten. Ja, die Buitenhaven bood veel dingen om je te vermaken. Zover ik me herinner hadden we toen alleen maar botters waarmee gevist werd en waren er ook garnalenvissers bij. De garnalen die ze vingen werden ge lijk aan boord gekookt en als je geluk had en het netjes vroeg, dan kreeg je wel eens een handje garnalen in je pet van zo'n schipper. Die smaakten dan veel lekkerder dan die je s avonds thuis kreeg en waar je moeder zich een ongeluk aan had zitten pellen. Maar al dat soort dingen zie je niet meer als je wandelt door Den Helder. Jan Limburg, 1975

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2008 | | pagina 27