sen) was het hoofdkwartier van de
plaatselijke NSB gevestigd, hetgeen
duidelijk tot uiting kwam doordat
hier steeds de nieuwste NSB-affiches
voor de ramen hingen. NSB-ers
werden in het hele land bespot; zo
werd bijvoorbeeld de naam van de
NSB-burgemeester van Utrecht, van
Ravenswaay, verbasterd tot van Rok-
kenzwaay tot Billengraay. Schijnbaar
onderhield hij met nogal wat ver
schillende dames innige relaties.
In Den Helder werd de alom geziene
burgermeester Ritmeester eveneens
vervangen door een NSB- er. In zijn
boek, Burgers van Den Helder, be
schrijft Anthony van Kampen hoe
in de Gravenstraat, waar de Duitse
Ortskommandantur was gevestigd,
op een avond feest werd gevierd. Hij
schrijff:"Er werd gelachen en gestoeid.
De gordijnen schoven soms een stuk
open en dan werd een kleurige japon
zichtbaar of een streep groen uniform".
Onder de feestvierenden waren Hel-
derse vrouwen, van Kampen noemt
ze marketentsters, maar men kan zich
voorstellen dat ze ook wel eens met
andere, minder fraaie, namen werden
aangeduid. Ook mannen verleenden
hun diensten aan de Ortskomman-
dant. Enige huizen verwijderd van
mijn ouderlijk huis woonde een voor
malig onderwijzer die, nadat hij door
de Nederlandse overheid wegens
onregelmatigheden was ontslagen,
zijn kans schoon zag en aan de Duit
sers zijn diensten aanbood als tolk.
Naar alle waarschijnlijkheid waren
hij en zijn echtgenote ook aanwezig
op het door Van Kampen beschreven
feest. Zij verhaalden uitvoerig aan de
buurtgenoten hoe smakelijk de koek
jes en de bonbons wel waren die ze
op het feest hadden genuttigd.
Direct na de bevrijding werd er afge
rekend met NSB-ers en andere col
laborateurs. Ze werden, heel toepas
selijk, opgehaald door de veewagen
van de firma Jimmink. Op enige foto's
is te zien hoe eerst een NSB-er woon
achtig op de Ruijghweg, nota bene
op hetzelfde rijtje als de ouders van
de op 17 februari 1945 gefusilleerde
stoottroeper Piet de Booij, werd inge
laden. Daarna reed de wagen door de
Lijsterstraat naar de Ooievaarstraat
waar nog enige personen in aanmer
king kwamen voor transport naar de
school in de Hertzogstraat waar ze
voorlopig werden geïnterneerd. Al
lereerst de hiervoor genoemde tolk,
tegelijk met een op onrechtmatige
wijze in zijn bezit gekomen radio.
Vanaf zijn woning wapperde de natio
nale driekleur. Dit werd door de leden
van de Binnenlandse Strijdkrachten
die hem op kwamen halen niet pas
send geacht en de vlag werd dan ook
verwijderd. Vervolgens werd, enige
huizen verderop, een vrouw opge
haald die eveneens haar diensten had
aangeboden aan de Duitse bezetter.
Op nog een foto is te zien hoe een an
dere buurvrouw toch wel met haar te
doen heeft en haar in de opening van
de vrachtauto moed inspreekt. Dit
alles gebeurde natuurlijk onder grote
belangstelling van de hele buurt, maar
scheldpartijen bleven uit en er heerste
bijna een algeheel stilzwijgen. Ieder
een gedroeg zich waardig, hetgeen
niet gezegd kan worden van de tafe
relen waarvan ik getuige was in de La
Reijstraat, waar twee vrouwen die er
van werden beticht relaties te hebben
onderhouden met Duitse militairen,
werden kaalgeknipt. Een der vrouwen
klemde zich angstig vast aan de fiets
van een passerende politieagent, die
vervolgens de tierende menigte ver
manend toesprak, maar in zijn dooie
eentje ook slechts weinig uit kon
richten.Wij Niewediepers noemen
iedereen die bij de spoorwegen werkt
een 'spoorkees' en aan het eind van de
oorlog werden we opgescheept met
een honderdtal, in blauwe uniformen
gestoken Duitse 'spoorkezen' die bi
vakkeerden in spoorwegwagons, die
waren geparkeerd op het zijspoor dat
leidde naar de toenmalige Onderzee-
dienstkazerne. Natuurlijk zwierven er
talloze nieuwsgierige jongetjes rond
het spoor en misschien was er ook
nog wat te bietsen.
De voormalige onderwijzer wordt door
de BS in de Ooievaarstraat opgehaald
met de veewagen van Jimmink
(beeldbank HHV).
De redelijk vriendelijke Duitse spoor
wegbeambten wilden eigenlijk maar
één ding, zo gauw mogelijk naar huis
om te kijken wat er van hun "Heimat"
over was gebleven.
De Nederlandse overheid had echter
wel wat anders aan haar hoofd en
stelde andere prioriteiten, zodat het
toch nog enige tijd geduurd heeft
voordat de laatste van onze Duitse
logés naar huis terug kon keren.
Den Helder likte zijn wonden en het
normale leven kwam weer langzaam
op gang. Het heeft wel nog heel lang
geduurd voordat er weer voldoende
woningen en schoolgebouwen be
schikbaar kwamen.
Nieuwediepers zijn taai en hebben er
blijk van gegeven in moeilijke tijden
te kunnen overleven.
L.Lasschuijt
94