Weet u wat wij deden? We gooiden grote grasbossen aan de kant in het water. Die lieten we een nacht liggen, en als je ze de volgende dag op de kant trok dan kropen er vaak wat glasaaltjes uit. Dat deden we niet om ze te vangen, want we wisten wel dat je die niet in leven hield, maar we deden dat ge woon voor de sport. Kijk dat waren nou de dingen die je ophielden als je via de Hoofdgracht ging. Maar die niet alleen. Je had voor de Officiersclub de muziektent staan met zijn ijzeren afsluithekken, waar je lek ker op kon klauteren, hoewel dat niet van harte ging omdat je wist dat het personeel van de club er op lette. De Hoofdgracht zelf was een prachtige straat met z'n dubbele rij bomen aan de kanaalkant en aan de andere kant de mooie herenhuizen met hun stoe pen en hekken, die je als rekstok kon gebruiken of, wanneer er kettingen aan zaten, als schommel. Dat duurde meestal niet zo lang want de bewoners waren er meestal niet van gediend. Zo kwam je dan langzaam naar de haven via het monument en het Pe perhuisje. Van het monument herin ner ik me de onthulling. Ik weet dat ik op de schouders van mijn vader zat om er wat van te kunnen zien. Van het Peperhuisje heb ik nooit ge weten waar de naam vandaan kwam. Als kind had ik het idee dat er wel een kamer in zou zijn die vol met peper zat voor de Marine. Weet u dat ik de Hoofdgracht nooit als een gracht heb gezien? Voor mij is het altijd een straat geweest. Niet dat je als kind daar over nadacht, maar het was meer een gevoelskwestie. Maar nu op de Buitenhaven gekomen! Daar konden de kamillen die tussen het grind op de glooiing groeiden zo sterk geuren, dat ik het in gedachten nog kan ruiken. Uit dat grind zochten we de grootste witte stenen. Door ze hard tegen elkaar te slaan probeerden we er vuur uit te krijgen en we noemden ze dan ook "vuurste nen". Dat vuur liet meestal wel op zich wachten. Maar als je die stenen lang tegen elkaar had geslagen, dan roken ze zo lekker. Je had veel van die lekkere luchtjes. Garnalen en mosselen koken vond ik ook zo lekker ruiken. Weet u wat ook zo rook? Een plaffer- tjespistool wat een tijd in de tafella had gelegen. Als je dat tevoorschijn haalde zat er ook zon lekkere geur aan. Die plaffertjes kochten we bij 'de Ro kende Amerikaan' in de Spoorstraat. Het waren trouwens rot dingen, want net als het je gelukt was hem op dat ronde plaatje van je pistool te leggen, dan waaide het weer weg. Nee, dan die pistolen waar je die rolletjes plaf fertjes in kon doen. Maar ja, je kon niet alles hebben. Mijn allergrootste wens in die tijd was een vliegende Hollander. Het had best zo'n gewone met krukas mogen zijn al ging die niet zo hard. Ja, die met die kamwielen reden veel harder, maar daar dorst je niet eens aan te denken. Ik heb dan ook nooit zo'n ding gekregen. Maar aan de Buitenhaven vermaakten we ons ook best. Zoals ik al zei, gingen we altijd langs de dijk of de Hoofdgracht, dat kwam misschien ook wel omdat je er vlak bij woonde. In elk geval ging je nooit over de Zuidstraat, hoewel je die meestal wel als retourweg gebruikte. We kwamen meestal niet verder op de haven dan het Ankerpark. Ik weet niet hoe het komt, maar het laatste stuk van de haven had nooit zo onze interesse. De brug over de doksluis was meestal de laatste halte, daar kon je onder door kruipen en was dus geschikt voor schuilhokkie. Bij het Loodswezen keek je nog wel eens bij de boeien. En als "Dorus Rij kers" er lag dan bleef je daar óók nog eens even fantaseren, maar dan was het meestal wel gebeurd. Dan ging je via het Ankerpark huis waarts, over de altijd groene An- kerparkbrug. Ik vond het als kind een onprettige brug, maar dat kwam waarschijnlijk omdat hij opzij balken in het water had liggen met van die grote ijzeren punten er op. Dat deed mij altijd aan bekken van krokodillen denken. Ja, je weet nu zelf niet meer wat je kinderziel beroerd heeft om bepaalde dingen als prettig of onprettig te ervaren. Het enige wat je toen wel wist was dat als je naar huis ging dan barstte je van de honger. Zo'n honger heb je nu nooit meer, ook al wandel je dagen lang door Den Helder. Jan Limburg (1975) Het Ankerpark. Links het telegraafkantoor, rechts, tegenover het park en de bomen, zou in 1929/1930 de Zeevaartschool gebouwd worden (beeldbank HHV). 64

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 32