'as dan 1 op te bege- werd d Duit- iw aan rij van er uit- voor nden Deder en thuis Ook in varen regeld p om te n was. jken ij vroeg oen- larzen e uitge- nt. Mijn ctie, hij ie. her in- vetpot laatste •ruild uch, een ;olda- en in of i aan de ^woond e krijgs- niet vogels men verstaan dat ik :n paar ermout- van oerd rvoer s ik mij neisjes, ;chool. Ie Duitse zijn oped Kruising Fazantenstraat- Ooievaarstraat. Links op de hoek de winkel van Zijp, rechts op de hoek de slagerij van Groenou. Op de achtergrond de kruising Fazantenstraat- Ruyghweg (beeldbank HHV). aan. Was het met de mobiliteit van de Duitse Wehrmacht dan zo slecht gesteld dat zij zich per autoped moest verplaatsen? Hij stelde een onderzoek in en trof in een der lokalen een Hel ders jongetje aan dat hij vervolgens met een ferme schop onder zijn kont uit het gebouw verwijderde. De neringdoenden in de buurt vor men een verhaal apart. Allereerst en voor mij destijds eigenlijk de meest belangrijke, was daar de ijscoman Röge uit de Koekoekstraat die ijsjes verkocht van 1, 3 of van 5 cent. Een enkele keer werd het één van drie en heel af en toe wanneer er een tante op bezoek was die mij extra wilde ver wennen bestelde ik vol trots aan de ijscokar één van vijf. Dan waren daar ook de beide kleine kruidenierswin kels in de Sternstraat van Baanstra en Schoonhoven, gelegen aan weerszij den van een steeg aan het begin van de straat. Op de hoek van de Jan in 11 Veltstraat was de kruidenierswinkel van J.J. Vermeulen. Niks geen winkelwagen tjes, je werd vanachter de toonbank bediend door mevrouw Vermeulen of haar dochter Bets, beide gehuld in een stijf gesteven wit schort en veel waren die je daar kocht werden ver pakt in puntzakken van grauw papier. De kolenboer Schol uit de Visstraat kwam in de eerste jaren van de oor log nog bij ons het kolenhok vullen, in latere jaren zagen we hem steeds minder. Altijd heb ik me afgevraagd hoe de man zijn gezicht weer schoon kreeg alvorens hij 's avonds in zijn bed stapte. Gerookte poon haalde je bij de visrokerij van Zwagerman. Heel bekend was ook de petroleum- handel van Gastelaars in de Vijzel straat. Het verhaal gaat dat tijdens een examen aan de Zeevaartschool aan het Ankerpark, aan de nerveuze stuurmansleerling de vraag werd gesteld:"Wat betekenen twee heen en weer zwaaiende rode lichten die je 's avonds waarneemt?" De kandidaat bleef het antwoord schuldig en onder gegrinnik van de examinatoren werd hem uitgelegd dat het ging om de rode achterlichten van de petroleum- kar van ome Piet Gastelaars. Mevrouw Gastelaars zorgde er voor dat het ach ter hun huis gelegen evangelisatiege bouw Maranatha van broeder Kraak schoon en netjes werd gehouden. Ver der waren er ook nog straatventers. Een daarvan verkocht aanmaakhout voor de kachel en prees zijn waar aan door, na met een aan het handvat van zijn handkar bevestigde bel te hebben gerinkeld, luidkeels te roepen: "Vijf tien cent een mand vol". Soms werd ik er op uitgestuurd om bij slager Groenou op de hoek van de Fa zantenstraat vlees te gaan halen, met daarbij de nadrukkelijke boodschap dat het vooral mager vlees moest zijn Op een keer zei de slager:" Ja, mijn jongen, het vet moet ook op", waarop ik prompt met het verkeerde thuiskwam, op mijn kop kreeg en me voornam nooit meer boodschappen te doen. Om dat te kunnen volhou den moest ik natuurlijk niet te vroeg thuiskomen uit school en zwierf ik dan ook tot aan de sluitingstijd van de winkels door de Pilo. Tegenover de slager was toen de dro gisterij annex schildersbedrijf van Jan Zijp- Onvergetelijk is natuurlijk onze, des tijds in de Havikstraat woonachtige, orgelman Wolf die met zijn vrolijke klanken en zijn rammelende centen- bak de moed erin probeerde te hou den. Een bekende figuur was de vrachtrij der en vistransporteur Daan Steen bergen die, omdat er geen rem op zijn kar zat, tot stilstand kwam door eerst luidkeels 'Huh' te roepen en zich vervolgens met zijn klomp af te zetten tegen de kont van zijn paard. (wordt vervolgd.) L. Lasschuijt 59 4^

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 27