Na opleiding tot soldaat werd hij op
14 februari 1935 "verbonden voor
de Overzeese Militaire Dienst, zowel
in als buiten Europa voor vijf jaren,
ingaande met de dag van geschiktbe-
vinding voor uitzending".
Deze geschiktbevinding was geda
teerd 24 mei van hetzelfde jaar en
werd gehonoreerd met een premie
van 100,--! Een klein kapitaal in die
jaren.
Op woensdag 12 juni vertrok de
Sibajak vanuit Rotterdam en werd,
wederom onder gezag van kapitein J.
van Duyl, aan een nieuwe reis naar
de Oost begonnen. Via tussenstops
in Southampton, Marseille, Port Said
en Sabang arriveerde de Sibajak vier
weken later, op donderdag 11 juli, in
Tandjong Priok, de haven van Bata
via. Na de ontscheping werd Douwe
als fuselier bij het le Depot Bataillon
te Bandoeng geplaatst en begon zijn
militaire tropenleven. Overplaatsin
gen naar o.a. Semarang, Magelang en
Malang volgden. Op 28 september
1938 trouwde hij met de uit Semarang
afkomstige Edith Hendrika Sofïner.
Uit dit huwelijk dat eind 1946, begin
1947 door een scheiding zou worden
ontbonden, werd op 22 juni 1939 in
het militaire hospitaal te Magelang
een dochter, Martje Edith, geboren.
Het gezin woonde op diverse plaat
sen op Java en Bali tot in maart 1942
de Japanse inval op Java en de, na de
capitulatie van het KNIL volgende,
periode van krijgsgevangenschap een
einde maakten aan het gezinsleven.
Na een aanvankelijke internerings
periode op Java werd Douwe door de
Japanners waarschijnlijk eind 1942
per schip op transport gezet naar
Siam, het huidige Thailand en te werk
gesteld aan de Birma-Siam spoorlijn.
Deze periode duurde tot 15 augustus
1945, de dag van de capitulatie van
Japan en tevens de dag waarop hij
volgens zijn Japanse interneringskaart
in Bangkok werd overgedragen aan
de geallieerde strijdkrachten. In de
maanden volgende op de capitula
tie werden in Thailand 3 bataljons
geformeerd, bestaande uit vrijwillig
aangemelde en goedgekeurde ex-
krijgsgevangenen van het oude KNIL.
Als mouwonderscheiding droegen zij
een aanvallende rode olifant.
Douwe van der Wal volgde met de
Bali-Lombok brigade de roep van de
Gadja Merah, de Rode Olifant. Mid
den februari 1946 vertrok de brigade
over zee via Singapore en Soerabaja
richting Bali. De landingsvloot stond
onder commando van kapitein ter zee
Willem Hendrik Tetenburg, de latere
schout bij nacht en de landingstroe
pen werden geleid door luitenant-ko
lonel van het KNIL Frederik Hendrik
ter Meulen. De eerste stap op de lange
weg naar orde en vrede.
Volgden nog de twee politionele acties
midden 1947 en eind 1948, waarin
resp. met de Y-Brigade op Sumatra
en met de Barisan Tjakra Madoera in
Oost-Java werd dienstgedaan. Tus
sendoor werd, midden 1948, een wel
verdiend recuperatieverlof genoten in
Nederland.
De herinnering aan deze roerige tijd
is symbolisch vastgelegd in het uit
gereikte ereteken Orde en Vrede met
vier jaargespen 1946, 1947,1948 en
1949.
Op 20 juli 1950 ondertekende konin
gin Juliana te Soestdijk het besluit
"houdende kennisgeving van de op
heffing van het Koninklijk Nederlands
Indisch Leger". Douwe ging over naar
de koninklijke landmacht, werd inge
deeld bij het regiment stoottroepen en
diende aansluitend nog drie jaren bij
de Nederlandse militaire missie.
Op 30 juni 1953 keerde hij, wederom
met het m.s. Sibajak en inmiddels
hertrouwd voorgoed naar Nederland
terug, waar op 25 juli te Rotterdam
werd ontscheept.
De toevalligheden in het leven
Toen ik in 1948 als zesjarige school
jongen de foto 's van de Sibajak
bekeek kon ik nog niet weten welke
belangrijke rol beide mannen, zon
der elkaar ooit gekend te hebben, in
mijn leven zouden spelen. Oom Co
had een, naar later bleek, uitzichtloze
verhouding met mijn moeder en was
door zijn spannende verhalen over
zijn zeemansloopbaan mijn grote
voorbeeld om ook te gaan varen, ter
wijl Douwe, als vader van de in 1939
in Magelang geboren Martje Edith
waarmee ik in 1964 in het huwelijk
trad, mijn schoonvader werd.
In het leven van beiden speelde het
voormalig Nederlands-Indië, zij het
in verschillende tijdperken, een grote
rol.
1935: twee mannen. De een, Co
Gode, kwam: reis 29, de ander,
Douwe van der Wal ging: reis 30. Één
schip: de Sibajak.
De aflossing van de wacht in Indië
had plaats gevonden.
Baarn, september 2007
Ed Vermeulen
(Ed Vermeulen werd geboren op 11
januari 1942 te Alkmaar. Zijn beide ou
ders, Pieter Augustinus 'Peet' Vermeu
len en Johanna C.A. Visser zijn geboren
en getogen in Den Helder. Samen met
zijn ouders woonde hij op resp. Kanaal-
weg 101/102 en Middenweg 107)
Bronnen:
Ir. H.Th. Bakker: De KPM in oorlogstijd.
J. T. Bremer: Roeiredders aan het Mars
diep.
J.T. Bremer L.R.Deugd: Een eerlijk zee
mansgraf.
J.T.Bremer: Van Helder Buyrt tot Oud
Den Helder.
Centraal Bureau voor Genealogie.
Conduite-boekje Sergeant Kok Pieter
H.G.B. Gode
Gedenkschrift KNIL 1830-1950.
Gemeentearchief Den Helder
N. Guns RLuidinga: Sibajak.
Hist.Archief KPM/ Nedlloyd Centraal
Archief.
Staat van dienst KNIL/KL Douwe van der
Wal.