Zr. Ms. 'Bonaire'. Een zeilschip onder stoom
Sinds oktober 2006 staat de romp
van de 'Bonaire', voormalig schroef-
stoomschip 4e klasse (bestek 1876)
van de Koninklijke Marine, droog
in dok I van de Oude Rijkswerf te
Den Helder. De romp heeft de lijnen
van een zeilschip. De afgedichte
schroefaskoker en het schroefraam
tussen schroefsteven en roersteven
laten zien, dat de 'Bonaire' ooit een
schip met zeil- en stoomvermogen
is geweest.
Volgens het bestek 1876 van de
stoomwerktuigen was de 'Bonaire'
oorspronkelijk uitgerust met een
zogenaamde Manginschroef. Deze
Manginschroef rustte in een gesmeed
ijzeren schroefraam met een geza
menlijk gewicht van maar liefst 3570
kilo.
Kenmerken Manginschroef
Om de Manginschroef in de juiste
historische context te plaatsen moet
bedacht worden, dat voor het eerst
in 1836 in Engeland patenten op
scheepsschroeven van uiteenlopend
ontwerp werden aangevraagd door
respectievelijk Francis Pettit Smith
(No.7104) en door John Ericsson (No.
7149). Patenten die overigens niet zijn
verleend.
Gedurende de daaropvolgende jaren
veertig van de 19e eeuw werd in
Engeland een groot aantal verschil
lende modellen van scheepsschroe
ven proefondervindelijk getest op
hun eigenschappen. Ten aanzien van
tweebladige schroeven stelde men de
beste resultaten vast bij toepassing
van brede bladen, die aan het uiteinde
1/6 deel van een volle schroefgang
besloegen.
De bruikbaarheid van stoomschepen
bleef, ondanks de snelle technische
ontwikkelingen, echter nog lange
tijd aan beperkingen onderhevig. De
ketels en machines waren kwetsbaar,
leverden respectievelijk lage druk en
lage vermogens en boden gebrekkig
rendement. Ook waren er nog weinig
havens waar kolen gebunkerd kon
den worden. Er moest dus op lange
afstanden onder zeil worden gevaren
waardoor echter het probleem optrad,
dat de met brede bladen uitgeruste
schroef een bron van weerstand
vormde.
Om in dit probleem te voorzien
werd in Frankrijk een tandemschroef
ontwikkeld, die bekendheid verwierf
onder de naam 'Manginschroef'. In
feite was er sprake van een gewone
tweebladige schroef, die in de lengte
van de bladen loodrecht over de naaf
middendoor gedeeld is en waarvan de
delen recht achter elkaar zijn geplaatst'.
De aldus ontstane schroef met smalle
bladen, ieder 1/12 gedeelte van een
volle schroefgang, kon in verticale
stand worden vastgezet. Aangezien
de bladen dan vrijwel geheel schuil
gingen achter de schroefsteven boden
ze nauwelijks weerstand als het schip
onder zeil ging.
De halvering van de bladen, ten op
zichte van de bladen van een gewone
tweebladige schroef, tastte de presta
ties van de Manginschroef als voort
stuwer kennelijk niet aan. De onder
liggende theoretische redenering was,
dat het recht achter elkaar plaatsen
van de bladen het nuttig effect van de
schroef niet schaadde, mits het totaal
blad-oppervlak - en natuurlijk ook de
spoed en de diameter - gelijk bleven.
De 'Bonaire' in dok I op de Oude
Rijkswerf te Den Helder.
40