Honderdvijftig jaar gasleiding in Den Helder
1857-2007
Voordat in Den Helder in de jaren 1850
de straatverlichting brandde moesten
de lantaarnopstekers eerst de ladder
op om de olielantaarns aan te steken.
Veel lantaarns bezat Den Helder niet.
Er stonden er elf in het toenmalige
dorp en er brandde 's nachts licht bij
het dok van de Rijkswerf, bij de slui
zen en langs de haven.
In de maanden juni en juli brandde
er geen licht, men vond dat bij korte
nachten overbodig. Bij volle maan
was er ook geen verlichting.
Burgemeester Jan in 't Velt wilde dat
veranderen. Hij ijverde voor goede
straatverlichting op gas, zoals in Alk
maar en in Hoorn. Want de komst
van gaslicht in de straten zou een
grote vooruitgang betekenen voor
Nieuwediep. Na eerdere afwijzingen
gaf Koning Willem III inl856 zijn
toestemming. De gemeente plaatste
direct een advertentie in de toonaan
gevende kranten met de aanbesteding
om Den Helder van straatverlichting
te voorzien. Uit de inschrijvingen
kozen B&W voor de smidszoon D.
Schretlen uit Leiden. Hij was eigenaar
van een ijzer-, koper- en metaalgie
terij annex fabriek van werktuigen.
Op 2 december 1856 ging ook de
gemeenteraad akkoord: de straatver
lichting dezer gemeente door middel
van lopend gas bereid uit steenkolen
voor de prijs van veertig gulden per
lantaarn'. Voorwaarde was dat hij bin
nen een jaar moest beginnen met de
bouw van een gasfabriek en dat hij 25
jaar lang gaslicht moest leveren voor
150 lantaarns. De werkzaamheden
konden aanvangen en Schretlen kocht
voor de bouw van zijn gasfabriek
voor 300 gulden (137 euro) een stuk
Het complex van de gasfabriek op de hoek Spoorgracht - Fabrieksgracht. De
directeurswoning geheel links aan de Spoorgracht dateert van circa 1910. De wo
ning is behouden gebleven en in gebruik als uitvaartcentrum de Binnenstad.
onbebouwde domeingrond van 4218
m2 (nu bekend als hoek Spoorgracht
- Fabrieksgracht). Dat hij deze plek
koos kwam omdat het gebied (toen)
buiten de bebouwde kom lag. Daarbij
lag het gunstig aan het water voor
de aanvoer per schip van materiaal
en kolen. Want kolen waren nood
zakelijk voor de winning van het
steenkoolgas. Maar Schretlen was
niet helemaal gerust op zijn nieuwe
onderneming. Had hij voordien al
leen maar werktuigen en materieel
voor gasfabrieken geleverd, een eigen
gasfabriek bouwen én exploiteren
was toch iets anders. Toen de verant
woordelijkheid hem te zwaar werd
kreeg hij hulp van de plaatselijke
ondernemer Mr. Charles Bosch Reitz,
oprichter van de Duinwaterleiding
maatschappij. Een overeenkomst
tussen beide ondernemers was gauw
gemaakt, Schretlen bouwde de gasfa
briek en Bosch Reitz nam de exploita
tie op zich.
Eindelijk werd op maandag 8 de
cember 1857 in Nieuwediep de
straatverlichting ontstoken. Het was
een heuglijke dag en het nieuwe licht
werd door jong en oud bewonderd.
Niet alleen om de gaslantaarns die
veel meer licht dan de olielampen
verspreidden, maar ook omdat on
dernemer Bosch Reitz voor feestelijke
illuminatie had gezorgd. Zijn huis aan
de Hoofdgracht bij het havenhoofd
en de gasfabriek en het raadhuis aan
4