Van het bestuur
De (her)ontdekking van Den Helder
Het gaat er dan eindelijk van ko
men: De grote herinrichting van het
centrum van Den Helder. Om in de
beeldspraak van het magnum opus
van Harry Mulisch te blijven: Het
laatste hoofdstuk van deel 2: Het
Einde van het Begin" wordt dit najaar
geschreven. Vervolgens zal 'al wat
dan aan het papier is toevertrouwd'
de basis vormen van een zichtbaar en
tastbaar ander stadshart van Den Hel
der. Deel 3: "Het Begin van het Einde"
van de herinrichting zal dan aanvan
gen. Maar dat einde, dat is nu al zeker,
zal zeker nog zon 10 tot 15 jaar voor
ons uit liggen. En dan te bedenken
dat het huidige deel ook al een tijd
spanne van zeker 15 jaar omvat. Be
gin jaren negentig vormden plannen
als "Den Helder Centraal" en "Den
Helder versterkt" de basis voor de
eerste moderne ingrepen in het stads
hart. De Kroonpassage, Palmplein,
stadsvloer met overkappingen en
herinrichting Julianaplein zijn onder
meer daarvan het resultaat. Maar tot
een vernieuwd centrum met nieuwe
positieve uitstraling heeft het niet
geleid. Integendeel, een aantal van de
ingrepen staat nu alweer ter discussie,
i.e. het versteende Julianaplein en de
bedompte overkappingen. Al met al
30 jaar dus! En dan heb ik daarbij nog
niet eens, nog steeds met een knipoog
naar Harry Mulish, de duur van deel
1"Het Begin van het Begin", opgeteld.
"Het begin van het begin" daar ligt het
primaire interessegebied van onze
vereniging. Ook in de nu voorliggen
de planbeschrijvingen wordt steevast
begonnen met een hoofdstuk over de
geschiedenis van Den Helder in het
algemeen en het stadscentrum in het
bijzonder. De afbraak van het "Ouwe
Helder" door de Duitsers; de grootse
herinrichtingsplannen van stede-
bouwkundige Wieger Bruin na de
oorlog waarbij onder meer het oude
station is afgebroken en het huidige,
honderden meters teruggetrokken,
ervoor in de plaats is gekomen; maar
ook de jaren '70 en '80 waarin de
stadsvernieuwingsgebieden rondom
het directe winkelcentrum een her
structurering meemaakten spelen een
belangrijke rol. Discussies over de
Noordelijke Randweg laaiden hoog
op. Hij is er niet gekomen!
Juist nu het komend half jaar zo
cruciaal lijkt te worden, is het goed
om nog eens die voorfases wat fijner
onder de loep te nemen. Het zal nog
tot verassende inzichten leiden. Zelf
ben ik op het ogenblik aan het blade
ren in "Het toekomstig Den Helder",
uitgegeven door het gemeentebestuur
ter gelegenheid van de tentoonstelling
van wederopbouw-en uitbreidings-
plannnen, gehouden in oktober 1948
(ook toen al!) en in "Tien jaar stads
vernieuwing in Den Helder" eveneens
een uitgave van het gemeentebestuur
(oktober 1978). Hoewel er vele cita
ten zijn die ik met u en de gemeente
lijke planners direct zou willen delen,
wil ik er u een tweetal nu al niet ont
houden:
"Na de bevrijding is er echter een
nieuw begin gemaakt. Het vraagstuk
moest groter worden bezien....dat
Den Helder een stadscentrum dient
te krijgen, stond van de aanvang voor
ons vast, maar de opzet daarvan moest
afhankelijk worden gesteld van inwo
nertal en omvang van het toekomstige
Den Helder... "Hoe en waar zij zullen
wonen en werken?" Een wel zeer bon
dige vraag die prompt andere oproept.
Hoe zal de bevolking zijn samenge
steld? Hoevelen tennaastebij zullen een
ruime huur kunnen betalen en dus een
ruim huis willen bewonen? Zal de hele
bevolking in eengezinshuizen blijven
wonen? Zal zij dat verkiezen? En is het
verkieslijk voor een stad die zal groeien
van 33.000 tot wellicht 55.000 inwo
ners?"
De in 1948 gestelde vragen zijn nog
verrassend actueel én het gestelde
inwonertal van 55.000De ko
mende maanden komen de meeste
van de vragen weer aan de orde.
Hopelijk zijn de antwoorden nu wel
toekomstvast. En dat van die 55.000
lijkt me geen slechte veronderstelling!
De volgende stelling uit 1948 is alvast
zeker waar gebleken:
"Keulen en Aken zijn niet in
één dag gebouwd en de stad van ons
verlangen zal niet bij verrassing mor
gen voor ons staan. Er moet voor ge
werkt worden, hard gewerkt. Zo alleen
komt het tot stand het toekomstig Den
Helder"
2