Boekbespreking
Rijkswerf Willemsoord, Commandementsgebouw, Nieuwediep 4. Neoclassicis
tisch, drielaags gebouw met hoekrisalieten en een middenrisaliet voorzien van
een voorsprong met fronton, ontworpen doorL. Valk in 1823-1824 (Monumen
ten in Nederland. Noord-Holland, p.266)
Monumenten in Nederland. Noord-
Holland.
Uitg. Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg, Zeist en Waanders, Zwolle.
2006, geïllustreerd, 604 bladz.
ISBN 90.400.9187.1, prijs 44,95
Zon halve eeuw geleden gaf de Rijks
commissie voor Monumentenbe
schrijving een elfdelige serie uit onder
de titel De Nederlandse Monumenten
van geschiedenis en kunst. Deel VIII
over Noord-Holland verscheen in
1955. En dat was het. Tot dan nu een
hele nieuwe reeks verschenen is, met
een geheel nieuwe opzet.
De provincies Noord-Holland en
Zuid-Holland hebben de meeste mo
numenten. Alleen Amsterdam heeft al
meer dan zevenduizend Rijksmo
numenten. Dat betekent dat de delen
over deze provincies de dikste zijn.
En dat Amsterdam alleen al meer dan
honderd bladzijden heeft gekregen,
tegen Huisduinen Den Helder krap
vijf. Het boek begint met een alge
meen gedeelte over de geschiedenis
van de provincie. Vervolgens worden
stijlen en verschijningsvormen van
monumenten, bouwmaterialen en
constructies besproken. Daarna volgt
een beknopt overzicht van de verschil
lende regio's: Kennemerland, Gooi- en
Vechtstreek, Waterland en Zaanstreek,
de Meerlanden (Amsterdam Haar
lemmermeer), West-Friesland en de
Kop van Noord-Holland en Texel. Aan
de beschrijving van de laatste regio is
een bladzijde Zuiderzeewerken (Af
sluitdijk Wieringermeer) toegevoegd.
En dan, op blz. 74 begint in alfabeti
sche volgorde de behandeling van de
monumenten in de dorpen en steden.
Wat precies onder monument verstaan
wordt, staat overigens niet in de 'ter
menlijst' (blz. 562-569) vermeld. Bij
Den Helder (blz. 263 e.v.) wordt een
kort overzicht van de geschiedenis ge
geven, vervolgens worden de kerken
vermeld, daarna de verdedigingswer
ken, het voormalige weeshuis (later
raadhuis) aan de Kerkgracht, het
kantongerecht, het belastingkantoor
Koningsplein 9, de scholen, het post
kantoor (1960), enkele woonhuizen
aan de Binnenhaven, Bassingracht,
Westgracht, Loodsgracht, winkels
als Weststraat 65, Spoorstraat 45.
Ruim aandacht krijgt de oude rijks
werf Willemsoord (1822). Tenslotte
worden de Watertoren en Postbrug
genoemd, het Marinemonument
(v/h Havenplein) en Reddingsmonu
ment en de Algemene Begraafplaats.
Tenslotte is een klein gedeelte van
de tekst gewijd aan het (oude) Julia-
nadorp, alsook aan de Atlantikwall.
Huisduinen wordt apart behandeld
(blz. 393): de kerk, de school, enkele
woonhuizen, de vuurtoren, Fort Kijk
duin.
Helaas zitten er nogal wat 'missers'
in de tekst over Den Helder. De
openingszin is al wat merkwaardig:
'Havenplaats aan het Marsdiep, ont
staan rond 1500 als een vissersdorp
op het 'Eylandt van Huysduijnen' ter
vervanging van een door de golven ver
zwolgen nederzetting.' Hiermee wordt
duidelijk gesuggereerd dat een hele
nederzetting door een stormramp in
het huidige Marsdiep verdwenen is. Ik
weet niet beter dan dat er rond 1500
een nederzetting 'die Helder Buyrt' in
het noorden op het eiland Huisduinen
is ontstaan toen de scheepvaart op het
Marsdiep belangrijker ging worden.
Wel is het zo dat het Marsdiep steeds
zuidelijker kwam te liggen, waardoor
de noordrand van het eiland afkalfde
en ook deze nederzetting steeds ver
der zuidwaarts verplaatst werd. Deze
geleidelijke kustafslag in het noorden
(en óók in het westen) is ondermeer
door dr. J. Westenberg uitstekend in
kaart gebracht in zijn studie 'Oude
kaarten en de geschiedenis van het
eiland Huisduinen' 1960).
Vandaar dat ook de vervolgzin in
de monumentengids, dat het dorp
Huisduinen in de 17e eeuw werd
overvleugeld 'door het na 1570 verder
landinwaarts gebouwde dorp den Hel
der,' nogal vreemd aandoet. Hoezo na
1570? De Allerheiligenvloed van 1570
heeft het hele eiland 'middendoor
gescheurd', maar dat was op zich niet
zo bijzonder. Tot ca 1750 heeft men
30