De lengte van beide schepen is vrijwel gelijk, maar door de geringere holte en breedte is de waterverplaatsing van de 'Bonaire' bijna de helft van de 'Nachtegaal'. Wie mocht denken dat de 'Bonaire' dan ook lichter is gebouwd komt evenwel bedrogen uit. Bij de 'Bonaire' zijn de spanten dich ter op elkaar aangebracht, namelijk om de 45 cm in plaats van om de 54 cm. Ze zijn bovenden veel zwaarder uitgevoerd. Van buiten naar binnen gaand eerst een ongelijkzijdig hoek ijzer van 76x64x9,5 mm. Hierop is een 6,3 mm dikke en 18 cm brede plaat, een zogenaamde 'oplanger', geklonken. Op deze plaat is weer een ongelijkzijdig hoeklijn geklonken van 76x64x9,5 mm. Hierdoor wordt een plaatspant met een totale dikte van 18 cm gevormd. De 'Nachtegaal' daarentegen had slechts spanten van enkel hoekijzer 89x89x12,7 mm. Zie bijgaande tekeningen. De ijzeren binnenhuid van de 'Bo naire' is net zo dik, 9,5 mm, als van de 'Nachtegaal', maar heeft nog wel een 1 meter brede berghoutgang van 11 mm dikte, die bij de 'Nachtegaal' ontbrak. Alle platen zijn bij de 'Bo naire' aan elkaar geklonken, waardoor de binnenhuid waterdicht is. De houten buitenhuid van de 'Bonaire' hoefde dus slechts licht gebreeuwd te worden, omdat zij andere doelen diende: tot enige decimeters boven de waterlijn werd de zinken 'dubbeling' er op aangebracht en bovendien werd schade door vijandelijk geweer- en (licht) granaatvuur er enigszins door beperkt. De houten huid liep door tot aan de bovenkant van de verschan sing en fungeerde in tropische wate ren ook nog als warmtebarrière. In tekening 3 is een bout afgebeeld waarmee de huidplanken op de ijze ren huid zijn bevestigd. De bouten met inch Whitworth schroefdraad werden om de 45 cm tussen de spanten in de huidplaten geschroefd. Aan de binnenzijde werd er ter borging een zeskante moer op gedraaid met tussen de moer en de huidplaat een in verf gedrenkte hen- nepring tegen lekkage. De kop van de bout werd achter de zinken 'dubbeling' vlak met het hout gehouden. Boven de 'dubbeling', tot aan het potdeksel, werd de kop verzonken en met een houten prop afgedekt. Uit de tekeningen blijkt de lichte spantconstructie van de 'Nachtegaal'. Toch heeft deze in de praktijk goed voldaan. Behoud 'Bonaire' Het mag gerust een wonder heten, dat de romp van de 'Bonaire' anno 2006 nog bestaat. Bovendien zonk het schip in het voorjaar van 2004 in het bassin van de voormalige Rijkswerf in Den Helder met ernstige schade aan de huid en totale verwoesting van de inwendige betimmering tot gevolg. Maar de 'Bonaire' werd gelicht en vooral dankzij financiële toezeg gingen van de gemeente Den Helder is de ommekeer in het voorjaar van 2005 toch gekomen en is de restau ratie door Scheepsreparatie Friesland B.V. uit Harlingen en Herstelling Den Helder ter hand genomen. Sindsdien is het schip ontdaan van de later aan gebrachte dekhuizen en helaas ook van de originele kampanje en is de verwoeste inwendige betimmering verwijderd. Het gevolg van deze ingrepen was, dat de ijzeren spanten en scheepshuid toegankelijk werden en juist hierin school een aangename verrassing. In tegenstelling tot eerdere aannames verkeerde de ijzeren binnenhuid namelijk nog in redelijke staat. De huidplaten, die door het zinken waren beschadigd en een deel van de door geroeste plaatspanten bleken relatief eenvoudig te herstellen. Hierdoor heeft het schip een deel van haar oor spronkelijke sterkte terug gekregen. De zware en dicht op elkaar geplaatste spanten hebben er toe bijgedragen, dat er weliswaar huidplaten en spanten beschadigd werden door het zinken in 2004, maar dat het scheepsverband als geheel, in tact is gebleven. Met de houten buitenhuid is het daar entegen slecht gesteld. Boven de wa terlijn is in de loop van haar bestaan een gedeelte van de oorspronkelijke teakhouten balken vervangen door zacht hout en dat is op een aantal plaatsen door houtrot aangetast. Aan gezien het de bedoeling is, dat het schip min of meer permanent droog wordt gezet, kan wellicht voorlopig met cosmetische reparaties worden volstaan. Het schip ligt momenteel weer in Dok 1 van de voormalige Rijkswerf Wil lemsoord in Den Helder. De tot op heden bemoedigende resultaten van de restauratie en de plannen voor de toekomst zijn op internet te lezen en te zien op www.stichtingbonaire.nl Jan Klootwijk en Dick Vries Noten 1 Redelijke aangroeiwerende verf werd pas omstreeks 1900 ontwik keld en toegepast. 2 Men spreekt bijna altijd van kope ren platen, hoewel men daar na ca. 1840 'yellow metal' mee bedoelt, d.w.z. Muntz metaal, een messings oort van 60% koper en 40% zink. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 17