zoveel orgels dat je meer tijd nodig had om ze goed te bekijken. Er waren orgels bij die op grote piano's leken, en waar eigenlijk meer het geluid van een mandoline uit kwam. Mijn moe der zei dat het Italiaanse orgels waren. Het gebeurde in die tijd ook vaak dat er straatmuzikanten kwamen. Meestal hadden die mannen van die ronde petten op en speelden ze op blaasin strumenten. Ook zag je ze wel met een harmonica, dié muzikanten had den een Volendams kostuum aan. Of je had een hardloper zoals ze dat noemden. Een man met een narren- pak met bellen aan armen en benen. Ja, als je op de drempel van je huis zat zag je zoveel dingen. De honden hoef den toen niet aan de riem en speelden soms met vijf of zes tegelijk in de straat, sommige van de honden hielden zoveel van elkaar dat ze enige tijd onverbreke lijk met elkaar verbonden waren. Een woedende buurvrouw gooide er dan een emmer water overheen. Nu denk ik dat ze achter die woede haar schaamte verborg, maar ik had altijd veel medelij den met die honden. Zo kwam er ook geregeld een veewa gen bij de buurtslager, een paar man nen probeerden dan een protesterend en gillend varken met schoppen en slagen de slachtplaats in te krijgen. Zo werd bij mij het eerste zaad gezaaid tegen mensen die wreed zijn voor dieren. Als je ouder wordt merkje dat mensen niet alleen wreed kunnen zijn voor dieren, maar ook elkaar veel leed kunnen aandoen. Als ik naar de gaten kijk die in onze oude stadsdelen zijn geslagen vraag je je wel eens af hoeveel tranen hier stiekem zijn gela ten door mensen die hun, misschien niet zo'n beste woning, node verlie ten voor een betere maar wel veel duurdere woning. Maar we hebben dat nooit kunnen zien, omdat tranen geen littekens achterlaten. Ja, zulke gekke dingen komen zomaar in je op, als je wandelt in Den Helder. Jan Limburg (1975) Straatventer met een kar met zand. Op de achtergrond links de Wester- kerk en daarachter rechts de oude Ambachtsschool, (beeldbank) man die dat zand verkocht haalde dat helemaal van Huisduinen. Wat moes ten de mensen toch ploeteren in die tijd voor een paar centen. Ook kwam er geregeld een man met een kar met mosselen of gekookte alikruken. Er kwam ook wel eens een vrouw met een kar met gekookte garnalen. Over werken gesproken! We hadden een buurvrouw die waste voor mensen van de Marine. Als die mannen hun was kwamen brengen of halen, dan hoorde je ze vaak zingen en lachen. Mijn moeder stond daar wel eens met andere buurvrouwen over te fluiste ren, zodat ik niet kon horen wat ze zeiden. Later begreep ik dat het ging over het oudste beroep van de wereld. Ook vond je het heerlijk als je een cent in het bakje mocht doen, meer dan een cent kon het meestal niet lijden, om maar niet te praten van de mensen die de deur niet eens open deden. Als er in de kermisweek meer orgels in de straat kwamen kon je de ver leiding wel eens niet weerstaan om een stuk mee te lopen. Er waren dan Erg fijn vond ik het altijd als het orgel door de straat kwam met bewegende poppen er op, waarvan de middelste de maat sloeg met een stokje en de andere twee aan weerszijden van de middelste, die op een bel sloegen. De grote en de Jdeine trom die op de meest onverwachte momenten begon nen te slaan, zodat je je kapot schrok. En de man die aan het wiel draaide en af en toe een nieuw boek in het orgel zette. Dat boek dat na het afdraaien zichzelf weer zo prachtig opvouwde. Draaiorgel De Jutter met Maarten Meel- \dijk in zijn laatste week met het orgel in 1975. (beeldbank) 90

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 28