Wandelen in Den Helder (6)
Privaat met emmer (ton), (beeldbank)
Deed mijn buurman vroeger veel.
En hoewel het bepaald geen plezier-
wandelingen waren, deed hij het toch
vrijwillig. Als ik op de drempel van
ons huis gezeten hem zaterdagsmid
dags van zijn werk zag komen, er werd
toen nog zaterdags gewerkt, dan wist
ik al wat er ging gebeuren. Zodra hij
gegeten had zette hij z'n kruiwagen
voor de deur, haalde de poepem-
mer uit de plee, en plaatste die op de
kruiwagen. Hij bond die emmer dan
zorgvuldig dicht met een stuk zeildoek
om te voorkomen dat de zaak tijdens
het transport zou gaan spatten, en om
te voorkomen, dat wanneer hij achter
die kruiwagen liep, voortdurend in de
stank zou lopen van de uitwerpselen
van de hele familie. Die emmer bracht
hij naar de Middenweg waar hij tus
sen vele anderen een volkstuin had.
De inhoud van die emmer werd dan
zorgvuldig over de grond verspreid en
ondergespit, opdat de bloemkool beter
zou gedijen. Ja, waarschijnlijk kunt u
dat niet zo waarderen, als kind kon ik
dat ook niet, al was het alleen maar
om de stank die hij verspreidde. Maar
hij was echt niet de enige volkstuinder
die op deze manier de boel bemestte.
En het scheen nog zeer goede mest
te zijn ook. Weet je, als je nu aan zon
man terug denkt, dan kan ik er alle
waardering voor hebben hoe die man
zijn vrije tijd besteedde om zijn gezin
te bevoordelen.
Je hebt ook andere mensen. Er was
ook een buurman die in zijn vrije tijd
liever een borreltje kocht. Dat liep
nogal eens uit de hand, zodat ik wel
eens gezien heb dat hij op een hand
wagen thuis gebracht werd. Geluk
kig is die man later bij het Leger des
Heils gegaan, en een keurige huisva
der geworden. Het lijkt wel een kerst
sprookje, maar het is echt gebeurd.
Zo had je in de buurt verschillende
types. Ze woonden niet altijd in je
straat, maar liepen er vaak door. Er
kwam bijvoorbeeld elke dag een melk
boer door onze straat die eeuwig een
strooien hoed op had. Nu werd een
strohoed in die tijd veel gedragen,
maar het bijzondere van deze man was
dat hij altijd achter zijn kar liep te zin
gen, en volgens mijn moeder waren het
uitsluitend psalmen die hij zong.
Ook kwam er altijd een man met een
kar met wit zand. Voor een paar cen
ten kocht je een emmer zand voor het
duivenhok of de kattenbak, of voor de
kwispedoor van je grootvader, want er
werd in die tijd zwaar gepruimd. De
Links de Mid
denweg. Er is nog
ruimte te over
voor volkstuintjes,
(beeldbank)
89