aangelegenheden, klachten van bur gers en werknemers en plannen voor het uitrusten van schepen. Tijdens de uitoefening van zijn functie moest een bestuurder geregeld op reis. Zij waren bijvoorbeeld aanwezig bij het aanmonsteren en uitbetalen van op varenden en verbleven in Den Haag voor overleg met de andere admirali teiten. De organisatie van de admiraliteit was een afspiegeling van de vele taken en verantwoordelijkheden die zij had. Voor elke taak waren functionarissen in dienst. Zo waren equipagemeesters verantwoordelijk voor de uitrusting van schepen en was de inning van belastingen aan konvooimeesters op gedragen. Drie functionarissen in het bijzonder hadden een grote invloed op het rei len en zeilen binnen de admiraliteit: de secretaris, de advocaat-fiscaal en de ontvanger-generaal. Zij werden voor het leven benoemd en functio neerden in de dagelijkse praktijk als plaatsvervangende raden. De ontvan ger-generaal was verantwoordelijk voor de financiële administratie en de advocaat-fiscaal speelde een rol als aanklager in rechtszaken. Landsbelang en lokaal belang Hoewel de admiraliteit van West Friesland en het Noorderkwartier het landsbelang diende, speelden lokale belangen een grote rol. Vooral Hoorn, Enkhuizen en Medemblik stelden alles in het werk om een aandeel in de admiraliteitsactiviteiten te ver krijgen. Aanzien, werkgelegenheid en inkomsten waren inzet van de belangenstrijd. Een hoogoplopend conflict over de vestigingsplaats van het admiraliteitsbestuur werd al in 1593 beslecht. Vanaf dat jaar zetelde het bestuur zowel in Hoorn als Enk huizen, terwijl het voordien alleen in Hoorn bijeenkwam. Elke drie maan den wisselde het van standplaats. Ook bij de benoeming van functionarissen en de bouw en uitrusting van oor logsschepen werd er gestreden om een aandeel. Uiteindelijk leidde dit veelal tot een compromis waarbij men een verdeelsleutel overeenkwam. De bouw van nieuwe schepen is daarvan een goed voorbeeld. Van vijf nieuwe schepen werden er in principe twee in Hoorn, twee in Enkhuizen en één in Medemblik op stapel gezet. Een voorstel van de Staten van Holland in 1688 om drie nieuwe schepen in Hoorn te bouwen dreigde een einde aan deze verdeling te maken. Het protest uit Enkhuizen en Medemblik was groot waardoor het bij een voor stel bleef2. Ook bij de aanstelling van kapiteins was er sprake van een ver deelsleutel. Naast de drie West-Friese havensteden hadden Alkmaar en Monnickendam recht op een aantal kapiteinsplaatsen. De drie belangrijk ste posities binnen de admiraliteit, die van secretaris, advocaat-fiscaal en ontvanger-generaal, werden altijd door ingezetenen van Hoorn en Enk huizen bekleed. Schepen De door de admiraliteit uitgeruste schepen werden voor verschillende doeleinden ingezet. Een deel van de schepen verleende directe bescher ming aan koopvaarders en haring- 6 Het admiraliteitspoortje aan het Kerkplein in Hoorn. Het werd in 1607 gebouwd als toegang tot de zetel van het admiraliteitsbestuur. In de gevel prijkt het wapen van de admiraliteit met de gekruiste ankers en de letters PPP. Deze letters staan voor Pugno pro patria: ik strijd voor het vaderland. Paneel uit het admiraliteitsgebouw in Hoorn. Op het paneel is de slag tussen geuzen en Spanjaarden, die in oktober 1573 voor de kust van Hoorn plaatsvond, afgebeeld. Net als de balie overleefde ook dit interieurstuk de sloop van het admi raliteitsgebouw in 1877. Jarenlang was het in handen van een Amerikaanse verza melaar. Nu is het paneel eigendom van het Zuiderzeemuseum en hangt het in het Westfries Museum te Hoorn.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 8