Vrijdag 14 juni was de grote feestdag. Bijna de gehele Helderse bevolking had een vrije dag gekregen. Onder prachtig zomerweer speelden 's mor gens vanaf half acht de tamboers en pijpers hun reveille. Geëscorteerd door honderden in 't zondagse pak gestoken Nieuwediepers trok de mu ziek door een groot deel van de vlag gende en versierde gemeente. Onder tussen brachten treinen en scheepjes grote groepen mensen uit de verre omtrek naar de feestende stad terwijl anderen lopend of per fiets kwamen. Het hoogtepunt van het feest zou tussen 12 en 1 uur op het Havenplein plaatsvinden. Een onafzienbare men senmenigte begaf zich daarom tegen het middaguur langs de Hoofdgracht in de richting van het Havenplein. Om alles goed te kunnen zien had den vele duizenden zich al vroeg rond de omheining opgesteld. De tribune voor de genodigden zat overvol. Eindelijk verscheen op het Haven plein het vendel voetvolk voorafge gaan door 2 tamboers en een pijper. Alles in het oudhollands, alsof men in het jaar 1665 was. Onder luid com mando presenteerden zij zich statig en in kleurige antieke uniformen. Bij het aan land komen van admiraal De Ruyter aan het Havenhoofd gaf het vendel het saluut onder het don derend geschut van een vier-stukken- batterij. Na de Eremars en de plech tige begroeting werd de admiraal door raadpensionaris Johan de Witt toegesproken en beëdigd als opperbe velhebber van de staatse vloot. De eed die De Ruyter daarbij uitsprak luidde: "Ik beloove en zweere naar mijn ui terste vermogen te zullen nakomen en executeeren den inhoud van de instructie en orders, mij albereits gegeven, en die wij voorts, raakende mijn jegenwoordige emplooi van tijdt tot tijdt, bij of van weegen de Hoog Mogende Heeren Staten Generaal zouden moogen worden gegeven of nagezonden". Vervolgens zong een kinderkoor: 'Een draaiersjongen' van Richard Hol, en daarna een groot koor de: 'De Ruyter-cantate' en het indrukwekkende: 'Hollands Glorie'. In een blauw geruite kiel, draaide hij aan't grote wiel. Den ganschen dag, maar Michieltjes jon genshart. Leed ondragelijke smart, a-ach-a-ach, a- ach. Als matroosje vlug en net heeft hij voet aan boord gezet. Dat hoorde zoo. Naat Oostinje naar de West. Jongens dat gaat opperbest, ho-jo, hojo, hojo hojo. Daat staat Hollands admiraal nu een man van vuur en staal. De schrik der zee, "t Is een naar den aard Glorierijk zit hij te paard, hoe-zee-hoe- zee-hoezee-hoe-zee. Na deze plechtigheid werd tegen de woning van de heer Julius Huf, Havenplein 17, een marmeren ge denkplaat onthuld met de inscriptie: '1607-1907. Deze gedenkplaat is geplaatst ter herinnering aan de fees telijke herdenking te Den Helder van de 300sten verjaardag van de geboorte van Michiel Adriaansz. De Ruyter, bij gelegenheid van de historische intocht van den grooten admiraal op 14 juni 78 Het podium op het Havenplein met een groetende admiraal De Ruyter. Een draaiersjongen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 80